“Daar waar ik heen zal gaan, zal ik je meer helpen” 

Een sensationele ontmoeting

Samen met een groep studenten en jongeren uit het gebied Făgaras, vertrok ik richting Drăganescu, nadat ik erachter was gekomen dat daar een beroemde monnik was, bijzondere geleerd, een mens die, als die naar je kijk, verteld je precies wat je niet verwacht. En toen ik in mijn vierde jaar zat van Theologie, vroeg ik om goedkeuring van de geestelijke vader, de actuele metropoliet. En hij was het ermee eens. Ik kwam aan bij de kerk in Drăganescu en mijn eerste ontmoeting met Vader Arsenie was een sensationele ontmoeting. Simpelweg was ik gemarkeerd. Ik zei toen tegen mezelf, als ik eerder Vader Arsenie had ontmoet, dan had ik zeker een andere beslissing genomen, want ik ging erheen met een doel, namelijk hem vragen wat ik moest doen: of ik moest trouwen of verder moest gaan met Theologie. Vader, zonder al te veel te zeggen, vertelde mij zo: “Zij is goed!”. En zei tegen de echtgenote: “Als maar hij met jou trouwt.” Klaar, het is gedaan! Ik heb naar de Vader geluisterd.

Ik voelde – ik zeg het nog een keer – in de aanwezigheid en werk van de Vader, het was een gracieuze sensatie, die ik voel wanneer ik bijzondere momenten meemaak. Niet omdat ik me dingen verbeelde of een bepaalde verbeelding heb van de Vader, maar simpelweg gaf zijne aanwezigheid mij die sensatie, rilling. Hij had een witte blouse aan, onder een witte pullover en op zijn hoofd had hij een witte wollen muts. De helderheid waarmee hij sprak, het zicht door zijn ogen, kwam binnen door mijn gehele lichaam en toen zei ik: Eerlijkwaar, dit mens heeft iets! Later, toen ik me bezig hield samen met Moeder Zamfira aan de eerste editie van “Het Pad van het Koningrijk” die in 1995 verscheen, vond ik een beschrijving geschreven door Zijne Eminentie Metropoliet Nicolae Corneanu, waarin stond dat hij gemarkeerd was voor de rest van zijn leven door de ontmoeting met Vader Arsenie. Dus, bij deze kwam de confirmatie niet alleen van mijn kant, ook van Zijne Eminentie Metropoliet en deze zaak, die ik gevoeld heb, is mij ook verteld door andere mensen die Vader Arsenie hebben gekend.

Een theologie zonder de Heilige Vaders is een dode theologie

Wat mij frappeerde aan Vader Arsenie was het feit dat, jong zijnde, na een aantal ontmoetingen met hem, hij mij dingen vertelde die ik vroom (met devoot) opgevolgd heb. Het gaat om de theologische opleiding, het gaat om mijn gehechtheid aan de theologische handleidingen van toen en voor altijd. Het ging om het traject die ik moest volgen. Toen ik het doctoraat begon… Hier maak ik een pauze, tussen haakjes: zei ik tegen hem: “Vader, ik kom u wat vragen. Ik weet het niet, in Boekarest zijn de toelatingseisen heel streng. Wij, uit Sibiu, wanneer wij naar Boekarest gaan, zijn we minderwaardig”. “Ga, want je zal toegelaten zijn!”. Ik vertel jullie precies wat hij tegen mij zei. En zo is het ook gegaan: ik werd toegelaten. Bij het doctoraat, zei hij tegen mij dat ik contact moest opnemen met vader Stăniloae. Vader Stăniloae was verhuisd naar Boekarest en, via zijn neef, Dumitrel, omdat hij mijn vriend was uit Sibiu, kwam ik het huis binnen van Vader Stăniloae en heb ik contact gemaakt met hem, proberend om meer te weten te komen over de theologische geheimen en vooral om de Heilige Vaders te begrijpen. Want Vader Arsenie zei het volgende: “Lees de Heilige Vaders!”. Een theologie zonder de Heilige Vaders is een dode theologie. Je kan geen theologie doen zonder de Heilige Vaders: Patericul, Filocalia en alles wat spirituele orthodoxie betekent.

Het werd vervuld exact zoals de Vader het zei 

Vader trok mij aan. En toen ik in Boekarest was, gaf hij me de vrijheid om naar het klooster in Prislop te gaan, en hem ook bij Sinaia kon opzoeken. Hij zei ook wat tegen mij: “Onze vriendschap zal je kosten”. “Hoe zo?”, zei ik. “Het zal je kosten, je zal in de problemen komen!”. Ik had geen grote problemen, maar ik had er wel een aantal.

Ik was geselecteerd om te participeren bij de Zevende Vergadering van het Raad van Oecumenische Kerken in Vancouver, als een jonge theoloog, als representant van de jonge orthodoxen uit Roemenië. Er waren voorbereidingen in Sibiu, Cluj en… ik vertrok niet. Het was een eerste obstakel. Maar dit was niet het probleem. God ordent alles, dus zo heb ik mijn scriptie voor het doctoraat voorbereid.

Het tweede obstakel was toen ik mijn scriptie moest verdedigen, maar mijn manuscript kwijt was, met alles wat ik had. Simpelweg, had ik het niet meer. Ik moest weer beginnen met werken. Tuurlijk, Vader zei tegen mij dat ik goed moest gedragen, rustig blijven. Ook tijdens de Liturgie zei ik niks, precies zoals Vader het zei, herinnerde ik me niks. “Mijn naam brandt, zei Vader, het is een naam die brandt.” Ik heb niets gezegd, maar bij de dienst van de priesters en degene die naast mij zaten, begonnen de hele tijd met praten: “Niet serieus die Arsenie Boca. Hij is getrouwd. Hij is niet serieus. Hij doet alleen maar dingen waarvoor de kerk zich schaamt.” Ik was uitgelokt om iets ervan te zeggen; maar ik zei niks, ik bad. Ik vertelde Vader alles en hij zei: “Het is niks, heb geduld, want God zal je helpen.”

Op een gegeven moment, kwam de patriarch Teoctist in een delegatie in Alba Julia, en ik zei: “Allerhoogste, ik houd het hier niet meer uit, want het is moeilijk. Ik wil me terugkeren ergens in Boekarest om daar te werken”. Mijn verzoek werd goedgekeurd. Ik ging naar Vader en ik vertelde hem wat ik gedaan had. En hij zei tegen mij: “Het is niet goed. Blijf daar!”. Ik zei dat ik theologie wil doceren, dat ik de doctoraat heb gedaan en… “Je zal ook Theologie kunnen doen in Alba Julia”. Ik hen namelijk niets begrepen. Later kwamen de evenementen, een seminar, een faculteit, minder briljant dan die van Sibiu of een andere plek, maar met ambitie en met aandachtigheid; theologie wordt hoe dan ook gedaan, God weet dat. Maar de woorden van Vader waren precies vervuld.

God heeft het mysterie van zijn dood ontdekt 

In Vader heb ik nog een aantal buitengewone dingen gezien. Het is moeilijk, ik kan me geen leerling van Vader noemen. Ik heb hem 10 jaar lang gekend, met lichaam en ziel; ik heb zijn woord gehouden, en wat hij zei, zo heb ik ook gedaan. Ik heb ook een profetische geest gezien in Vader, in de zin van dat alles wat hij tegen mij zei, vervuld werd.

En meer dan dat, op een gegeven moment, wanneer hij aan het schilderen was en de kerk aan het herbouwen was, voordat de kerk heilig werd verklaard in 1983 – ik was nog in Boekarest – Vader kwam en woonde samen met mij. We woonden op Straat Serban Voda, nummer 33, in een flatgebouw die hoorde bij de nieuwe kerk Heilige Spiridon. En daar ontving hij informatie. Moeder Maria en andere moeders gingen naar Drăganescu, ze kwamen en vertelden wat er gebeurd was. Hij was niet uitgenodigd om te komen naar het zegen dienst van de kerk, alhoewel hij het geschilderd had. In 1983 kon het niet zo zijn dat Arsenie Boca present was bij een Liturgie, waar vele gelovigen waren… maar hij was daar gebleven, in de flat en hij wist absoluut alles wat er gebeurd was en hoe alles in zijn werking was gegaan.

Wat betreft het schilderij in Drăganescu, zeg ik dat God het mysterie achter de dood en het leven heeft hem ontdekt, vooral het mysterie achter zijn eigen dood, omdat hij de Heilige Nieuwe Stefan heeft geschilderd in het altaar. daar moest iets anders zijn. Maar Vader heeft Heilige Stefan geschilderd. Op 28 November, op de kalender is de Heilige Nieuwe Stefan inbegrepen. Offer bij het heilige altaar? Een anticipatie? Vraag ik me af. Intuïtie? Ik weet het niet. Het feit is dat God door de mensen heen werkt.

Meer dan dat, voor het dood gaan, ik denk dat ik één van de laatste ben geweest die hem gezien heeft. Moeder Zamfira, die niemand liet naar binnen, vertrok naar Boekarest. Moedertjes (de nonen), die daar waren, riepen om Vader en, tot Moeder Zamfira aankwam, hebben we goede discussies gevoerd. Toen we uit elkaar gingen, zei hij zo tegen mij: “We zullen elkaar nooit meer zien, alleen in het Koninkrijk van God”. “Vader, ik heb het nu nodig. Is het zo moeilijk voor ons… Wat doen we?”. En hij vertelde mij een woord die ik voor de rest van mijn leven heb herinnerd en die gefunctioneerd heeft: “Daar waar ik heen zal gaan, zal ik je meer helpen”. En dit heeft Vader ook gedaan: elke keer toen ik naar Prislop wilde gaan, naar Sinaia, heb ik nooit obstakels gehad, altijd ben ik vrij gelaten en ben gegaan.

Ik kan niet zeggen dat ik heb geleden door Vader. Tegenovergestelde, ik denk dat ik door mijn gedrag en door wie ik was als persoon, Vader vaak boos heb gemaakt, omdat ik niet op dezelfde hoogte stond, omdat ik niet zo serieus was, omdat ik niet zoveel werk heb verricht als ik had moeten doen, goed behaagt door God. 

Groot tijdens het leven, groot tijdens de dood 

Ik heb voor een lange tijd naast Vader gestaan. Ik heb hem gezien als één van de laatste en ik heb hem ook dood gezien. Wat ik frappant vond en ik riep het ook uit – ik denk dat ik het heel hard kan uitroepen – ik zei: “Vader, je was groot tijdens het leven en zo te zien ook groot nu je dood bent”. Dus ik heb hem zo gezien, met zijn gezicht, wat tijd daarvoor. Er is een maand verstreken en ik zag Vader als een standbeeld van een heilige, net zoals wat heilige relikwieën, zo, met zijn ogen in zijn schedel… En in mijn hoofd zei ik: “Precies, Vader heeft een buitengewone geest, want het is een mysterie hoe je je moet voorbereiden op je dood”. En zo is het ook. Je kan niet doodgaan hoe jij het wilt. Je kan dood gaan als een schurk. Als je wilt dat God je lief heeft als je dood bent, ik denk dat het een mysterie is; je moet rekening houden met de manier waarop je dichter raakt bij de dood, de manier hoe je je leven voorbereid, de manier hoe je je verzoent met God, de manier waarop je alles regelt in dit leven. En ik zeg dat Vader alles heel goed, geweldig geregeld had.

Er zijn veel dingen geboden aan Vader. Ik stop hier, alleen bij deze woorden die ik net heb gezegd. Er zijn veel mensen die naar Prislop gaan. Ze gaan niet omdat ze gevraagd zijn, niet omdat daar een speciale dienst zou zijn. Ze gaan daarheen om Vader te ontmoeten, dat is hun wens. En ik herhaal de woorden van Gamaliel, in het Heilige Schrift: als God wil, Vader zal in de kalender inbegrepen zijn, als een heilige. Dus, laten we God zijn werk doen. 

Vader gedroeg zich absoluut normaal

Ik herinner me nog, dat toen ik thuis was, dat Vader zich compleet normaal gedroeg, ongelofelijk normaal. Ik ging naar werk toe en Vader bleef thuis samen met de eerste twee meisjes van vier die ik thuis had en waarvoor hij zorgde, hij gaf ze te eten, tot wij thuis kwamen. Dus hij wist ook hoe hij verpleegkundig kon zijn.

Op een gegeven moment, moesten we hem serveren aan tafel. Ik gaf Vader wat meer, en onszelf wat minder, maar Vader zei toen: “Hé, geef mij niet al dat eten, want zo eet ik alles van jullie”. Ik had geen goed bed. Vader was lang, hij was ongeveer 1,80 meter lang en was goed gebouwd. Hij ging op bed en zijn voeten hingen erbuiten. Ik zei toen: “Vader, ik schaam me. Wat moet ik nu doen?” “Het maakt niet uit”, zei Vader toen.

Hij las heel veel en vooral antropologische problemen interesseerde hem veel. Hij vroeg me constant: “Wat doet jouw oom, die met dogmatiek (geloofsleer), wat schrijft hij daar allemaal? Mij interesseert, bijvoorbeeld, de familie van Basil de Grootte die had heel veel kinderen en uit deze familie zijn er zoveel bisschoppen gekomen, zoveel heiligen – zes heiligen op de kalender. Wat voor leven hebben ze geleid? Mij interesseert hun leven. Als ik zo een studie kon doen, om te weten hoe deze mensen leefden en wat ik moet doen…!” Hij had bepaalde, echte zorgen.

Vader onderscheidde zich door het feit dat hij zo extreem serieus was. Alles wat hij gedaan heeft, heeft hij gedaan alsof het voor God was. Hij deed nooit zomaar, aan het toeval overgelaten en hij deed niks snel. Hij is betrokken geweest, hij heeft onderzocht en hij heeft geluisterd. 

“Hij verscheen en verdween” 

Vader Teofil zei over Vader Arsenie dat hij net zoals de geniale mensen was en dat hij net iets meer had dan de anderen. Dat was Vader Arsenie. Vader Bodogae zei het volgende: “Hij was sensationeel. Hij verscheen en hij verdween”. Vader professor Ica – vertelde mij dat – tijdens een ontmoeting in 1970, wanneer hij ook uitgenodigd was – “Vader Arsenie was verschenen en ook weer verdwenen”. Natuurlijk zijn er woorden die we wel kunnen begrijpen of niet kunnen begrijpen… Ik beleid jullie door mijn ervaring: hij kwam aan bij Alba Julia en ik zag hem voor een paar momenten en daarna zag ik hem niet meer. Ik ontmoette hem weer na een paar dagen, in Sinaia, en ik vroeg hem: “Was u daar?”. Hij zei: “Ja, ik was daar”. Dus hij had een bijzondere concentratie. Ik wist dat hij vastte, ik wist dat hij bad, ik wist dat hij diepgaande dingen deed. Als wij dat deden, dan denk ik dat wij ook hadden gekund net zoals Vader Arsenie, als je iets echt wilt doen. Als je gave en genade hebt. Als je ze alleen voor de helft doet en je alleen naar jezelf luistert en niet naar anderen, je hebt niks gedaan.

Hetgene wat we moeten doen is dat we een serieuze en diepgaande herinnering moeten vasthouden aan hem en vooral zijn adviezen moeten opvolgen. En hij zei nog iets: - hetgene wat ook bij ons past – “Vermijd (bescherm) jou hoofd voor twee dingen: van domheid en kou”. Amen. 

(Woord gehouden bij Eeuwfeest van Vader Arsenie Boca – Klooster Brancoveanu)

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven