Făgăraș, Brașov
“Ik kan niet anders noemen, deze prachtige mens van God, dan: Heilige Vader Arsenie Boca!”
Vader Arsenie Boca had hij ontmoet, de eerste keer in 1983. Dit gebeurde na een vreselijke ongeluk, waarna niks en niemand hem de rust nog kon schenken. Bogdan Juncu was een jongeman vol leven, met gezonde principes. Hij kwam uit Teleorman, zijn vader was een officier in de Ministerie Van Defensie. Hij kwam met zijn werk in Făgăraș wonen. Hier trouwt hij en na een korte tijd kreeg hij twee kinderen. Zij werden, vanaf dat moment, alles voor hem, zijn eigen familie. Bogdan Juncu vond het leuk om af en toe, niet al te vaak, te gaan jagen. Hij had een vergunning voor het bezit van een wapen. Wanneer hij het gevoel kreeg dat zorgen te erg werden en hij het nodig vond om er vanaf te komen, om daarna weer verder te gaan met het leven, ging die even jagen.
Op een dag zei hij tegen zijn vrouw: Kijk lieve schat, die dag zal ik vrij gaan nemen. Kan jij, asjeblieft, dan ook vrij nemen en op de kinderen letten tot in de avond wanneer ik terug ben van het jagen? Als het kan natuurlijk... Ja, natuurlijk! Antwoorde zijn vrouw.
Bogdan Junca gaat verder met het vertellen: Ik ging weg op de afgesproken dag, in de ochtend, rond vijf uur en ik had mezelf voorgesteld om daar zo in het bos te blijven tot vier uur. Het was me niet gelukt om tot vier te blijven! Als je me vraagt waarom zou ik er geen antwoord op kunnen geven. Ik voelde in heel mijn ziel en lichaam dat ik terug naar huis moest gaan. In plaats van dat ik rond vier, vijf aankwam was ik om twaalf uur al thuis. Toen was ik aan het wachten op mijn kind. Een van de twee, het meisje, had de gewoonte dat als ze iemand beneden bij de deur hoorde, erheen ging rennen en “Papa, papa, papa!“ ging roepen.
Maar deze keer hoorde ik geen “papa, papa, papa“ meer.. Ik deed de deur open..., het huis lag helemaal overhoop! De meubels waren weg, de kinderen waren nergens te vinden. Wat is er met mijn huis aan de hand? Waar zijn mijn kinderen? Waar is mijn vrouw? Nergens! Ik begon helemaal te trillen want ik was aan alle vreselijke mogelijkheden aan het denken. Ergens, in de kleine kamer of slaapkamer, was een deur bijna gesloten. Ik zei: “God… help.. hoe zou ik haar vinden? Ik ga haar daar dood zien?! “. Ik verbeelde me allemaal onzin...ik doe de deur rustig open. Nee, niks, niemand. Alleen een brief op tafel. Een brief geschreven door de moeder van de kinderen, waarmee ze vermelde dat ze weggegaan is, dat wat ze gedaan heeft ze goed gedaan heeft en ik niet achter haar aan moest gaan. Zij kwam uit Brașov. Ik trilde helemaal. Ik zei: Waarom heeft ze dit gedaan?. God... ik trilde helemaal alsof ik aan Parkinson leed. Ik overdrijf niet wanneer ik dit zeg! Ik was zo… hoe moet ik het zeggen? De weg kwijt!
De verdriet was nog erger omdat er was nooit ruzie of dergelijke in de familie die zijn vrouw tot zo iets geleid zou kunnen hebben.
Ik liep, en ik schaam me niet om dit te zeggen, dit was ik, dit deed ik, ik zocht zo veel mogelijk de zijstraten, steegjes om ervoor te zorgen dat ik mensen niet tegen kwam, ging Bogdan verder. Ik zat op de dijk, ongeveer naast rivier Olt, ik huilde en vroeg me af en vroeg aan God: God, waarom is mij dit overkomen? Waarvoor?! En ik huilde wanneer ik dit vroeg. Ik was in een ongelofelijke geestelijke onrust, steeds erger dat tussen mij en haar, de moeder van mijn kinderen er nooit een conflict was , niet eens mondeling, waardoor ze weg zou zijn gegaan van huis.
Ik had niemand die me kon steunen, ik had niemand die mij kon vertellen wat ik kon doen. Ik was de weg kwijt. Tot ik met de een en de ander gepraat had, priesters en mensen…hoe moet ik het omschrijven? Slimme mensen! Iedereen gaf zijn mening maar geen stelde mij gerust.
Er wordt gezegd, dat aan het einde van alle mogelijke en onmogelijke pogingen, je altijd God weer vindt, wachtend op jou.
Iemand zei tegen mij: Bogdan, zoek Vader Arsenie en ga naar hem toe! en ik zei: “Wat zou die man mij kunnen vertellen?“. God, vergeef me maar ik vertel alleen wat ik zei. Ik zei: Wat zou die man mij nog meer kunnen vertellen dan de mensen waarmee ik al gepraat heb tot nu toe?. Hij zei: Je hebt niks te verliezen! Ga!. Waarop ik antwoord gaf met: Goed, is goed!
Ik ging niet en ik was het ook vergeten, waarom zou ik gaan? Ik ga niet, naar niemand niet! Want ik ben bij zo veel mensen geweest en niemand kon mij gerust stellen met wat ze zeiden. Ik neem onze Goede Heer en heel het Hemel als getuigen dat ik Vader Arsenie nog nooit gezien had in mijn leven, maar ik had hem gedroomd. Ik droomde dat we een grote kamer betreden, die kamer was vol met mensen en voor iedereen was de Heilige Vader Arsenie Boca. Ik was de laatste, ik kwam net pas binnen achterin de kamer. Tussen de menigte wou ik de heilige vader zien, minstens zien hoe hij eruit zag. Hij praatte met de mensen maar ik weet niet wat. Ik weet alleen dat die tegen ze praatte. Op een begeef moment terwijl ik hem met mijn hoofd en zicht aan het zoeken was, boven de hoofden van de mensen door, zag ik dat de Heilige Vader een teken maakte met zijn hoofd. Hij wees naar me en zei: Jij, jij daar, kom hierheen!
Hij heeft naar mij aangewezen en heeft mij opgeroepen!
God, ik werd wakker en mijn hart sloeg op hol! Het voelde allemaal zo echt, ik kan het niet in woorden omschrijven.
Ik kom thuis aan en zeg tegen mijn moeder:
- Mam, ik heb gedroomd dat Vader Arsenie mij riep.
Zij vroeg:
- Lieverd, hoe heb jij hem gedroomd, want jij hebt hem nog nooit gezien!
Ik antwoorde:
-Luister hoe ik hem gedroomd heb. En ik ging het in detail aan mijn ma vertellen:
- Kijk mam, hij zier er zo, en zo uit. Hij had een bruine gewaad aan, een bril met gouden montuur. Hij sprak me zo aan: Jij, jij daar! Ik wist toen nog niet eens hoe hij de mensen aansprak. Kom hier, kom hier, jij!
Mijn lieve moeder, geïnspireerd door God, zei tegen mij:
- Lieverd, als het zo is , stappen we nu op de trein en we vertrekken. De vader roept jou…
Je vond hem niet altijd. Vaak ging je daarheen en weer terug naar huis zonder om met hem gesproken te hebben. We stapte de trein in zonder om aan wie dan ook nog te vragen of we hem wel of niet zullen vinden, wij vertrokken.
Ik vertel dit in naam van God en de Heilige Vader Arsenie: Hij zag er precies uit als in mijn droom in de kerk bij Drăgănescu. Het enige verschil tussen mijn droom en in het echt was dat het in mijn droom een grote kamer was en in het echt een kerk. Vader Arsenie had precies de bruine gewaad waarin ik hem gedroomd had aan met zijn bril met gouden montuur. Ik was versteld, zonder woorden, precies zoals ik hem gedroomd had tot in de details! Nu ga ik je iets vertellen wat de meeste waarschijnlijk zal verbazen: ik had nog nooit zo een mooi mens gezien als Vader Arsenie! Ik ben een echte man maar ik heb nog nooit een mooier mens gezien. Ik heb mooie mensen gezien, prachtige dames, mooie mannen maar nog nooit zoals Heilige Vader Arsenie! Ik voel me gedwongen om dit ook op een manier uit te leggen: Het gaat niet alleen om zijn schoonheid als mens. Hij had ook schoonheid diep in zich, dit straalde uit in de combinatie met de schoonheid van zijn gezicht en lichaam als mens. Het was iets dat voor mij als mens boven al me verwachtingen uitkwam, boven alles wat ik ooit gezien had. Ongelooflijk mooi! En hij, de heilige vader had zulke ogen… De afstand tussen mij en de vader was z’n halve meter dus ik zag hem zeer goed. Ik kon er niet genoeg van krijgen om in zijn ogen te staren die waarlijk zo waren als hoe iedereen vertelde – Je ziet ze een keer en je zult ze nooit meer kunnen vergeten! Dat kan gewoon niet meer! Ze waren niet alleen z’n blauw die niemand ooit in het echt ui zou kunnen leggen, ze keken door jou heen. Een pure blauw, een schone blauw. Goede mensen, ik ga jullie iets vertellen – let goed op wat ik zeg! Ik was zo dichtbij hem en kon niet genoeg van krijgen om naar zijn menselijke mooiheid te kijken, zei ik wat in mijn hoofd.
De vader keek ergens omhoog, in de hoek van de kerk, maar met een biddende blik. Ik kan het niet precies vertellen maar ik vertel het zoals ik denk. Het leek alsof die naar iets buitengewoons keek, iets wat alleen hij kon zien, waardoor ik in mijn gedachtes zei: Misschien is er een Heilige of een Engel die de Vader vertelt over dat ik hem in mijn droom gezien heb en hij me geroepen heeft. De Vader lachte, keek weer omlaag en vertelt hardop, zodat iedereen het kan horen, maar hij had het tegen mij:
-Nee hoor, ik kijk gewoon zoals de schilder!
Ik had het alleen in mijn gedachtes gezegd en hij gaf hardop antwoord! Ik kreeg rillingen door me lichaam omdat ik wist dat die het tegen mij had en hij voor mij stond, ook al keek hij mij toen niet aan. Het duurde even en hij keek weer daar naar boven in de hoek van de kerk, waarna hij mij aankeek. Hij deed toen iets wat iedereen versteld liet staan, mij nog erger, want mensen waren achter mij aan het praten en ik hoorde stemmen die zeiden: Kijk lieverd hoe die hem vasthoudt, kijk wat hij doet!. Ik verbaasde me van hun verbazing: Waarom is iedereen zo verbaasd? Wat doet hij?! De Heilige Vader pakte zijn handen en deed ze in mijn handen en hield ze vast en liet ze niet los tot hij alles gezegd had wat hij had willen zeggen over mijn leven. Hij zei zoals ik al verteld had tijdens dat die zijn handen op de mijne had:
- Nou, wat is het probleem?
Ik vertel het nog een keer voor de zoveelste keer ik kon niet genoeg van hem krijgen , ik kon er niet genoeg van naar hem kijken krijgen. Ik kon niet genoeg van zijn gezicht krijgen. Die prachtige ogen! Ik zei in mijn gedachte voor ik begon te vertellen : God, wat voor mooie ogen heeft de Vader! Het zou genoeg moeten zijn geweest dat ik wist dat de vader mijn gedachtes wist, maar de Vader glimlachte en zei: “jonge!“ en pakte weer mijn handen en ging erin wrijven. De mensen staan weer versteld… De Vader zei tegen mij:
- Nou, vertel, wat is het probleem?
Voordat hij met mij ging praten, ging die nog met een vrouw praten. Een vrouw uit Moldavië. De vrouw trok een foto uit haar tas, het was haar dochter en ze zei:
- Vader, dit is mijn dochter. Wat moet ik doen? Haar trouwen of niet trouwen?
De heilige riep snel als de bliksem:
- Ga weg, ik ben geen goochelaar en geen waarzegger!
Aan het begin wist ik niet waarom de heilige vader zo reageerde. Pas later besefte ik waarom hij dat zei, de arme vrouw, in haar onwetendheid waar ze vandaan kwam, had misschien tegen haar buurtbewoners gezegd: Kijk, ik ga naar die waarzegger, die goochelaar, zodat die wat over mijn dochter zegt…
Ik ging ook weg met een foto mijn vrouw en mijn kinderen natuurlijk. Maar toen ik zag wat die tegen de vrouw zei dacht ik: Ik ga het voor niks op deze wereld laten zien, want dan stuurt die mij ook weg!
Ik begin hem te vertellen:
- Vader, kijk wat me overkomen is, mijn vrouw is weggegaan van huis terwijl ik weg was, ze heeft mijn spullen meegenomen…. Ze had een brief achtergelaten waarin ze vermelde dat wat ze gedaan heeft ze goed gedaan heeft en dat ik niet achter haar aan moet gaan. Wat moet ik doen? Wat adviseert u mij te doen?
De vader zegt :
- Maar jonge, wat heeft ze tegen jou verteld voor het vertrek?
- Vader, ze zei laatste tijd steeds tegen mij dat ze het leven zat is, maar ik weet niet waarom ze dat zei, antwoorde ik.
- Jonge - zei hij tegen mij, heb jij geen foto van haar mee? Zo, alleen dat ik haar ook kan zien hoor, als een schilder.
Doordat die zo ging praten gaf ik de foto aan hem, ook al had ik ervoor die gedachte om het niet te doen omdat als ik het hem liet zien hij mij er misschien ook uit zou gaan sturen, net als die vrouw.
- Jawel Vader, ik heb er een.
- Geef maar hier.
Hij keek ernaar.
- Wat zei ze tegen jou?
- Dat ze het leven zat is, maar de reden waarom ze weg ging weet ik niet.
Nadat de vader de foto goed bekeken had, z’n twee, drie minuten zei tegen mij:
- Ze liegt jonge, ze liegt! Dit zijn twee vrouwen met een lege hoofd. Weet je wie?
Hij had het niet kunnen weten, want de vrouw was alleen op de foto.
- Nee vader, ik weet het niet.
- Zij jonge, en haar moeder. Laat het maar, er zal een moment komen wanneer ze voor alles zal moeten betalen.
Voordat die de foto aan mij terug gaf zei die:
- Ze zal ziek worden, heel erg ziek!
Hij gaf me de foto terug, pakte mijn handen weer vast en begon weer te vertellen wat ik met mijn leven moest doen en hoe ik het moest doen.
Jaren later, vroeg ik aan Bogdan wat hij nog over de vrouw wist.
Hij antwoorde : Mijn ex vrouw is weer twee keer hertrouwd, ze werd door al haar mannen geslagen. Ik weet dat het helemaal niet goed is.
“Laat de principes, luister naar wat ik zeg!“
Gelijk hierna zegt Vader Arsenie tegen meneer Juncu:
- Pas op, ga niet aan de drank!
Ja, ik drink zoals en normaal mens, een glaasje bij een evenement of dergelijke. Ik heb nog nooit mijn verdriet weg gedronken. Hij ging verder met zijn verhaal maar ik zei:
- Maar Vader, in principe drink ik niet!
En hij zei:
- Laat de principes, luister naar wat ik zeg!
Goed. Ik kwam thuis. Ongeveer twee maanden erna, niet tot mijn verbazing, maar tot mijn ontmoeting met de wind van de heilige, begon ik te drinken… Ik die niet dronk! Een biertje per dag, twee, drie, vier tot de grote prestatie van vijf biertjes per dag. Ik wou eigenlijk nog meer. Tot op een ochtend…
In een ochtend van Julie 1983. Ik had me nog nooit voorgesteld om te stoppen met drinken! Nog nooit! In die ochtend van Julie 1983, was ik klaarwakker. Iets heel nieuws voor mij omdat ik de dag ervoor niet gedronken had, terwijl ik tot toen elke dag dronk.
Opeens hoorde ik de stem van de Heilige Vader Arsenie Boca in mijn huis, naast mij, duidelijker dan dat u mij nu hoort:
- Jonge, jonge, jonge!
Dit zei hij drie keer, ik vertaalde dit in mijn gedachtes als in hoe ik het zeg: Jonge, stop met drinken!
Nou lieve mensen, sinds dat moment, sinds Julie 1983 – we zijn nu in 2012, heb ik geen druppel alcohol meer gedronken! God, niet eens een druppel! Het maakte niet uit wat voor een dag het was, mijn verjaardag, zijn verjaardag, de verjaardag van ik weet niet wie, nieuwjaar, Pasen, Kerst, maakt allemaal niet uit! Geen druppel alcohol!
Maar ik ben hier niet eens de kleinste eer van waard, niet eens de kleinste druppel lieve mensen. Ik had mezelf niet voorgesteld om te stoppen met drinken.
Als je aan mij zou vragen: maar hoe is dat mogelijk? Zou ik antwoorden met: Vraag het maar aan de Heilige, want ik weet het niet! Ik weet alleen dat ik sindsdien niet meer gedronken heb.
Iets wat ik echt kwijt moet: Die prachtige ogen, blauwe ogen van de Heilige Vader, zoals ik al zei, kon ik er niet genoeg van krijgen! Zijn ogen veranderden tegelijk met zijn blik wanneer hij naar jou keek. Je kon niks verbergen voor zijn blik. Je kon beter alles zelf bekennen, hoe slecht je was en wat je gedaan had voordat zijn blik het voor jou zou doen en dan was je helemaal de weg kwijt. Op een begeef moment veranderde zijn ogen, de blauwe kleur van zijn ogen was geen blauw meer, het werd zwart, ik was helemaal verbaasd van wat ik zag en ik zeg in mijn gedachtes: De Vader heeft geen blauwe ogen meer, nu zijn ze zwart! Maar de Vader glimlachte weer naar mij en legde zijn handen in de mijne en zei: Jonge, alsof die bedoelde: jonge, ik weet wat jij denkt, ik weet al jouw gedachtes!
Een korte tijd later, tijdens dat hij aan mij vertelde wat ik met mijn leven moest doen, werden zijn ogen weer blauw en ik zei in mijn hoofd: God, nu zijn ze weer blauw! Ik zei dit niet voor niks. Let goed op war ik ga vertellen. Zoals ik al zei, zodra ik de stem van de heilige hoorde, ben ik gestopt met drinken en na een tijdje had ik besloten om een nieuw leven te beginnen die ik tot op dat moment ik op het gebied van sciencefiction vond: minder in de menselijke wereld leven en meer met het bidden, met het lezen van de heilige boeken, in een paar woorden samengevat, dichterbij God zijn. Ik ga ook zo een leven nemen, proberen om zo te leven…, want ik weet niet of ik dat wel kan. Lieve mensen ik zeg tegen jullie met de hand op mijn hart, niet met een hand maar met beide handen op mijn hart, voor de hemel, dat ik God niet uit boeken ken, ook al komen ze wel van pas. Maar God ken ik niet daarvandaan. Ik ken God uit zijn genade, door de onthulling die hij mij gaf, waardoor ik zijn bestaan leerde kennen, zijn goedheid die waarlijk onbegrijpelijk is in de menselijke termen. Hoe goed God kan zijn en hoe prachtig alles wat hij gemaakt heeft!
“We zullen je op de proef stellen”
Vanaf nu toe begint Bogdan Junca een totaal nieuw leven, met Christus. De Heilige Vader Arsenie Boca zal zijn steun en leider zijn op dit pad.
“Lieve mensen, zoals ik mijn leven leefde was ik in armoede. Mijn ouders leefden nog maar uit mijn eigenschap en mijn eigenwijsheid hielp er ook bij, wou ik niks aan niemand vragen!
Ik zei dat ik liever zou verhongeren dan om eten te vragen. Maar ik had echt hulp nodig, ik had voedsel en dergelijke nodig. Het was winter, het was het begin van de voorjaar. ’s Ochtend ging ik lopend weg en kwam lopend terug, ik kon niet anders, ik had geen geld voor een auto! Mensen, ik had geen geld voor een brood! Ik had geen laarzen of goede schoenen. Ik had zomerschoenen en zelfs die waren allebei kapot. Ik ging lopend naar het werk en kwam lopend terug. Wanneer ik terug kwam van het werk ging te tijd wat langzamer. Ik had zo een leven: Ik ging naar huis, ik had niks met andere mensen, ik ruste een uur, en dan ging ik verder met mijn dingen: het lezen van de heilige boeken van de heilige vaders, de schriften, etc. Dit was mijn leven! Ik ben nog nooit verkouden geweest. Ik heb nog nooit verkoudheid gekend! Andere die heel warm aangekleed waren, met warme schoenen met vacht aan de binnen en buitenkant en die waren zo vaak verkouden! Ik had helemaal geen probleem! Op een dag, tijdens het lezen van de heilige schriften, ik was bij de Evangelie na Johannes, hoofdstuk 14, waar die onder andere zei, onze heer Jezus Christus: Diegene die in mij geloofd, ik zal samen met de Heilige Vader komen en plaats nemen in zijn hart, in zijn huis. Mensen ik kon het niet geloven, hoe gaat dat? Dat God naar me toe zou komen, in mijn huis, in mijn hart? Ik kon het niet geloven, niet begrijpen! Ik wist van de heilige priesters uit de boeken die ik gelezen heb. Daarom zei ik dat boeken me heel erg geholpen hebben, maar God heb ik toch niet door boeken leren kennen. Want op het moment dat je begint te bidden laat je alles aan de zijkant.
Jij bent er en God, alleen jullie! Je verbeeld je niet meer in jouw gedachtes hoe God is, hoe een engel is, hoe de Heilige Maria is of wie dan ook... Nee, dat is niet goed! Daarom wordt er ook in de schriften van God gezegd dat God de gelovige leuk vindt die bidden in geest en eerlijkheid. Mensen nadat ik hoofdstuk 14 gelezen heb en ik bij de zin aankwam waar ik het over had, liet ik alles achter en in mijn gedachtes dacht ik: Hoe is dat? God die naar mij toe komt.... Iconen had ik, zoals ik nu ook nog heb want ze zijn mij lief, maar ik had niet de gewoonte om voor de iconen te bidden! Ik had een raam richting zonsopgang en daar bad ik. Ik deed het licht uit en had een kaars die altijd dag en nacht brandde en zo bad ik met mijn zicht naar de hemel. Mensen, ik zal iets tegen jullie zeggen en ik zeg het voor God: ik kreeg iets te zien in de eerste avond dat ik bad. Ik heb met deze ogen ongelofelijke dingen gezien, die ik nog nooit aan iemand verteld heb en ik denk dat op de een of andere manier ik goed gedaan heb dat ik ze niet verteld heb maar wat ik kan vertellen ga ik vertellen en ik denk dat het verteld moet worden als ik toch al begonnen ben. Het is dat na die avond zicht, ik de volgende ochtend een ongelofelijke en onbeschrijfelijke liefde voor de mensen voelde, goede mensen! Ik denk dat ik nu kan zeggen dat het lief hebben afgezonderd van familie, hoe goed of slecht diegene aangekleed is, zonder dat het me uitmaakt of die naar lekkere deodorant ruikt, lief, mooi of wat dan ook is. Dat bestaat niet mensen! Ik hield van iedereen even veel! Er bestond geen grotere liefde voor mijn moeder. God vergeef me en mijn moeder. Ik hield evenveel van ze allemaal! Zoveel liefde voelde ik dat ik met een grote mond wou schreeuwen als een gek: Ik hou van jullie goede mensen! Ik hou van jullie uit heel mijn hart!
Mensen, alleen wanneer ik aan mensen dacht, aan de liefde die God voor ons allen had en van ons allemaal hield kreeg ik al tranen in mijn ogen! Na deze geweldige gebeurtenis – dank aan God voor alles! – ben ik naar de Heilige Vader Arsenie Boca. Ik had zo iemand nodig, want zelfs Gods woord zegt dat zelfs de duivel in een engel van licht veranderd. Je kan het niet weten.
Ik ging naar de Heilige Vader Arsenie Boca. Mensen, ik leefde voluit het moment, ik leefde de liefde voor alle mensen. Ik denk dat die is de liefde die God van ons verwacht dat we die voor elkaar hebben maar we die eigenlijk niet hebben. Niet eens de liefde die wij theoretisch kennen is niet te vergelijken met deze, niettemin de gene die wij in praktijk brengen. Ik loop naar de Heilige en zeg wanneer ik voor hem sta:
- Vader Arsenie, Ik ben naar u gekomen, niet om uit te huilen van alle aardse dingen, menselijke. Ik heb ook mijn problemen, maar daar ben ik niet voor gekomen.
De vader keek naar mij en zei:
-Nee? Waarvoor ben je dan gekomen?
Hij glimlachte en ik kreeg tranen toen ik het begon te vertellen! Ik zei als volgt tussen mijn tranen door:
- Vader, ik ben gekomen om u te vragen om me te helpen om mijn geloof in God tot aan de dood vast te houden, want ik weet dat God er is!
Zo leuk vond hij mijn woorden... Zonder dat ik van tevoren bedacht had wat ik ging zeggen, ik was van plan om Vader te vertellen wat me overkomen is en dat hij zal weten wat die tegen mij moest zeggen. Dus ik had niks voorbereid, zeker niet. De Vader zei tegen mij:
- Mooi jonge, mooi!
Dit zei die zo drie keer en daarna zij hij:
- Doe de deur open, tot aan de muur maar zeg het hard zodat iedereen hier jou zal horen!
De kerk was niet alleen vol maar ook de tuin ervoor en de Vader zei tegen mij:
- Jonge, ik zal je vertellen hoe jij je geloof vast kan houden, hou het vast in jouw hart en laat die propaganda die je op je werk maakt, weet dat al jouw collega’s over jou aan het praten zijn... Als wij, degene die het recht hebben op propaganda te maken het niet mogen, wie ben jij dan? Hij glimlachte naar me...
Mensen, daarna zei hij een ding tegen mij – ik weet niet eens of het goed is dat ik dit vertel, misschien is het niet goed wat hij zei het tegen mij.... maar ik denk dat ik het kan zeggen, dus ik zeg het. Hij zei dit onder anderen tegen mij:
- Jonge, luister aandachtig naar wat ik zeg, want je zult vaak op de proef gesteld worden in jouw leven, maar jij moet ze aangaan met meer kracht !
Daarna zei hij iets wat me versteld liet staan en die ik natuurlijk niet begrepen had. Hij zei:
- Wij zullen jou op de proef stellen.
Natuurlijk dat ik het niet begrepen had maar ik vroeg ook niet aan hem: Hoe bedoelt u, mij op de proef stellen? Het kwam niet eens in me op om zoiets te vragen.
De vader vroeg me onder anderen nog:
- Jonge, wanneer jij bidt, hoe bid jij dan?
Ik zei:
- Vader, ik heb in mijn huis iconen waar ik echt van hou maar daar bid ik niet voor.
Ik dacht echt dat hij een replica zou geven maar, geen woord! Hij luisterde. En hij zei:
- Maar hoe bid jij ?
Ik zei:
- Vader, ik heb een raam die gericht is naar zonsopgang en ik probeer in praktijk te brengen wat de Heilige Apostel Paulus zei, dat <Ik zeg tegen de man om overal te bidden, hij moet zijn reine handen richting de hemel steken en gaan bidden aan God>.
De Heilige Vader, alsof hij naast me was zei:
- Hoe dan, zo met jouw handen? En hij tilt zijn armen op zoals ik bad, en ik knik ja. De vader zei toen:
- Jonge, bid niet meer zo want ik durf ook niet zo te bidden. Hij zei:
- Jonge, zelf ik durf niet zo te bidden! Weet jij wie zo bidt? Vroeg hij.
- Ik weet het niet Vader, antwoorde ik.
- Jonge, alleen de ongeschonden mensen, de kluizenaren,zijn bidden zo! En wij priesters, in de Heilige Altaar, af en toe, op sommige momenten van de Heilige Liturgie. Jij, vanaf nu toe, moet jij bidden met je handen zo jonge, zie je hoe ik het je laat zien?
- Ja Vader, zei ik.
- Weet jij wat dit betekent? Vroeg hij.
- Nee, ik weet het niet Vader.
- Wanneer de mensen zo doen met hun handen, wanneer ze hun handen zo samen doen, dit is jouw bescheidenheid van een mens naar God.
Hij zei nog iets, verbazingwekkend:
- Jonge, vraag aan God dat hij je Goddelijke Geest geeft, niet Heilige Geest. Goddelijke Geest! Want Heilige Geest is een symbolisch uitspraak voor Goddelijke Geest! Jij moet het vragen zoals ik het zeg!
Ik heb jullie woord voor woord verteld wat hij allemaal gezegd heeft en ik had toen echt een rilling gekregen, wanneer ik het hoorde! Zo zei de Heilige dat ik het moest doen!
Gasten uit de Hemel
Thuis aangekomen, Bogdan Juncu rende naar Vader Teofil Părăian in het klooster van Sâmbata de Sus. De Vader begroette hem met alle liefde, hoe alleen hij wist te doen:
- Bogdane, ben je bij de Vader geweest?
- Ja zeker, Vader Teofil!
- En wat zei hij, Bogdane?
- Misschien kunt u mij uw interpretatie zeggen, want ik begreep de Vader niet.
- Maar wat zei die dan, Bogdane?
- Nou, hij zei dat hij mij zou testen.
- Dat weet ik niet, Bogdane. Dat zal je zelf merken.
Ik kwam thuis. Na vele jaren volgen van de raad van Heilige Vader Arsenie Boca over het feit dat ik aan God moest vragen om mij de Goddelijke Geest te geven en niet de Heilige Geest, wat een symbolische expressie is van de Geest van God, vind ik in een boek over Heilige Siluan Athonitul hoe Heilige Siluan iemand vroeg, een gelovige, om aan God de Goddelijke Geest te vragen. Mijnheer, nergens heb ik gevonden – zoveel als ik gelezen heb, dat weinige – in geen enkel boek, met dezelfde expressie net zoals wat Heilige Vader Arsenie Boca tegen mij zei – misschien ook tegen anderen, maar op dat moment tegen mij – en de Heilige Siluan Athonitul, die ooit, tegen iemand zei, in die tijd …
Zeker dat het een onderwerp is met de Heilige Geest die iedere theoloog, iedere biechtvader, iedere priester en hogepriester een prikkel kan geven. Wie dat kan begrijpen, moet het begrijpen! Ik heb niks anders gedaan dan ieder woord voor woord terug af te spelen wat de Heilige Vader tegen mij had gezegd – geen enkel woord van mij, want ik ben bang – omdat ieder die een geest heeft, zal luisteren en doen zoals hij denkt dat hij zou moeten doen.
Mijn beste, ik ben thuis aangekomen. Het was 13:20, op een dag, nadat Heilige Vader mij had gezegd dat ze mij zouden testen. Ik was bij mij moeder, hier. Op een gegeven moment, toen het 13:20 uur werd, stond ik zeker op – om 13:30 uur vertrok mijn bus naar mijn werk. En ik zei:
- Moeder, ik ben weg, ik moet de bus pakken.
- Goed jonge, ik breng je tot aan de poort.
- Zoals je wilt moeder, maar ik weet de weg tot aan de poort wel, doe voor mij geen moeite.
- Laat het, ik kom …
Toen ik voor de poort stond, was het 13:20 uur, dus middag, op een zomerse dag, mooi weer buiten en de hemel strak blauw, er was geen wolk te bekennen. Zonder enige uitleg, keek ik naar de hemel. Ergens vandaan uit de hemel – en de hemel is mijn getuige als ik dit zeg! – een wolk, een mist – ik weet niet precies wat de term is, maar neem het zoals je wilt – een wolk, mist van witte kleur uit de hoge hemel tussen de pilaar voor het huis en de kleine lindeboom. Het kwam neer tussen de twee en kwam en vertrok drie keer. Zo, drie keer: pilaar – huis – pilaar – huis. Zo wist ik dus dat ik een probleem had met mijn ogen…
Ik stond met mijn gezicht richting de straat en richting de hemel en ik zei:
- God, wat is er aan de hand met mijn ogen?
Ik heb wel eerder mist meegemaakt van tijd tot tijd, maar nooit zoiets als dit! Maar moeder zei:
- Wat is er met jou aan de hand?
Ik zei:
- Ik weet het niet. Ik zie iets zeer merkwaardig!
En ik probeerde te zien wat er met deze mist is, hier, langs het huis. Vanuit daar, uit die mist, verscheen een jonge man. Mijnheer, zei ik: de gehele hemel is mijn getuige van wat ik zeg! Een jonge man – hoe moet ik het zeggen – die een gezicht had die zo bijzonder was, zo mooi! Wit en schoon! Hij leek getranspireerd, alsof hij, wie weet waarvandaan, hierheen had gerend. Kort geknipt – ik zeg jullie zo, hoe ik hem kan beschrijven – en heel simpel gekleed. Hij tilde zijn hoofd licht op, glimlachte en vroeg:
- Heeft u geen plek voor mij om te verblijven?
Hij had niks in zijn handen. Moeder zei:
- Lieverd, dat hebben wij niet, maar ga hierheen, in de stad is een hotel. Hij glimlacht en antwoordt gelijk:
- Ik ben daar geweest, maar ik heb geen plek gevonden.
Ik zeg tegen mijn moeder:
- Jij, mama, laat hem hier ergens verblijven, want het huis is zo groot, jij vindt wel een plek.
Maar zij antwoordt mij:
- Mijn beste, jij weet precies hoe jouw vader is…
Ik richtte mij tot wat voor mij stond – ik weet niet hoe ik het moet verwoorden, maar benoem het zoals jullie willen – richting het buitengewone wezen en ik vraag hem:
- Waar kom je vandaan?
Hij kijkt me recht in de ogen – vraag me niet wat ik voelde – en zei:
- Ik kom van ver.
Ik was niet tevreden met het antwoord “van ver”, want ik wist nog steeds de plek niet, en ik accentueerde:
- Van hoe ver kom je? Dus, meneer, vertel mij, waar kom je vandaan.
Wat een naïef persoon betekent, zoals ik nu! Zegt:
- Hoe ver?
Het antwoord, maar nog steeds recht in mijn ogen – was:
- Van heel ver.
Ik vertel je exact zijn uitdrukking.
In mijn hoofd begreep ik wat hij tegen mij zei: Jij begrijpt goed waar ik vandaan kom, waarom vraag je het mij nog?! Ik durfde niks meer te zeggen. Hij had zwarte ogen – deze zwarte ogen, daar had ik mijn aandacht op gevestigd tijdens het vertellen, deze zwarte ogen uit de Heilige Kerk van Draganescu, die ik ook heb gezien in de ogen van Heilige Vader Arsenie Boca. Ik raak niet geïnspireerd door de geringste angst, maar iets zat me in de weg! Ik kan het niet anders zeggen, ik moet het niet verkeerd zeggen zodat het anders geïnterpreteerd wordt, door wie die wonderen kent.
Ik zeg tegen mijn moeder:
- Jij, mama, laat hem ergens verblijven!
Ik had de kracht niet om iets anders te zeggen, ik kon niet zeggen wat ik had gezien of gevoeld had… Nee, ik kon zoiets niet tegen moeder zeggen.
Zij zegt mij:
- Schat, jij weet, het spijt me, maar ik weet niet waar!
De jonge man schudt zijn hoofd lichtelijk, alsof hij bedankte voor de welwillendheid, omdat we het geprobeerd hadden, ook al kon het niet, hij glimlachte en zette twee passen. Ik zei twee, niet tien, want je kunt twee zeggen en twee kan zeven, acht, negen, tien betekenen… Jonge man, twee passen: één, twee! Genoeg zodat hij verdween uit ons visuele omgeving. En ik zeg tegen moeder, zonder dat ik zeg waarom:
- Jij, mama, dit is geen mens!
Zij antwoordde:
- Schat, hoe kun je zoiets zeggen?!
Maar die arme vrouw, haar gezicht werd helemaal wit, net zoals een laken! Maar eigenlijk dacht ik dat ik ook niet een andere gezichtskleur zou hebben… En mijn moeder vraagt mij:
- Waarom praat je zo?
En ik zeg:
- Moeder, kom kijken, want er is niemand!
Mensen, er was geen levende ziel op onze straat. En hij had alleen maar twee passen gezet: één, twee. En ik zei:
- Moeder, hij is geen mens!
We keken om ons heen, maar er was simpelweg niemand!
Mensen, ik ga zo, geschokt door wat mij zonet was overkomen, naar Vader Teofil, om hem te vertellen:
- Vader, vergeef mij dat ik u stoor!
Hij zegt:
- Bogdane, echte vrienden – onthoud goed! – storen nooit; zij spreken altijd af. Maar vertel Bogdane!
En ik vertel:
- Vader, ik word dom!
En Vader, zo grappig, zegt:
- Hè Bogdane, ik weet dat een Christen wijs is, niet dom.
Ik zeg:
- Ja Vader, maar bij mij gaan dingen precies andersom!
Hij vraagt mij:
- Maar hoezo zeg je zoiets?
En ik begin te vertellen. Tuurlijk vertel ik aan hem het verhaal meer gedetailleerd dan aan andere mensen. Ik verwachtte dat hij van alles kon zeggen: en dat ik een optische illusie heb gehad in een groep – dus ik en mama – of iets anders. Ik zag dat hij mij hand nam, hij kneep mij hard in mijn hand – zijn gezicht had een blauwe kleur aangenomen en hij beleefde wat momenten, nadat ik besefte, iets bijzonders – en hij zei:
- Bogdane, Bogdane!
En ik zei tegen hem:
- Het spijt me Vader! Ik weet niet wat had ik in mijn hoofd. Ik kon hem zeggen: Mijnheer, wees gerust, komt naar mij toe, ik ga mijn bas bellen om vrij te nemen. Blijft bij mij een nacht! Maar dat heb ik niet gezegd.
- Bogdane, Bogdane, wees gerust, hij zou niet gekomen zijn. Hij wou slechts jullie welwillendheid testen.
Maar hij heeft mij niet gezegd wie hij was, noch wat het was en hoe het was! Maar nu kan ik zelf zeggen, ik ben zeker dat de Heilige Vader Arsenie was! Mensen, ik kan niet anders deze prachtige mens van God noemen dan: Heilige Vader Arsenie Boca!
De gene die naar Prislop komen, ook hun stappen zullen geteld worden!
Verderop, zullen we een aantal wonderen van Vader Arsenie weergeven, verteld door de heer Bogdan, zoals hij zelf geleefd heeft of zoals andere mensen hebben hem verteld.
Mensen, zo veel getuigenissen over deze buitengewone mens zijn geweest, dat ik kan zeggen: Onze Roemeense natie is door God gezegend met zo een mens. Hij was de stem van God! Ik geloof dat hij niet dood is, integendeel, levender dan ooit! Vader zei ook: Mensen, nu help ik jullie minder, maar als ik naar de Overkant zal gaan, zal ik jullie horen en meer helpen, ook als jullie slecht in de gedachten zullen mij roepen. Alle mensen die naar mij graaf zullen komen, zal ik zelfs hun stappen tellen!
Uit de dood gered
Mijn zus heeft nooit Heilige Vader ontmoet. Ik heb haar gezegd:
- Tuța, als de nood aan de man is, wat voor tegenspoed zou zijn, roep Vader Arsenie, vraag hem ten hulp!
Mensen, zij vertrekt naar haar zoon in Bucharest, hij werkt daar bij de politie, bij de criminalistiek. Neemt haar kleinzoon en gaat een wandeling maken in het park Herăstrău. Op een gegeven moment, zij voelt zich slecht, maar alsof zij dood zou gaan. Zei had een tachycardie, haar hart klopte zeer slecht… zij kon amper ademen. Met haar laatste kracht, neemt de telefoon en belt haar zoon, om haar te kunnen vinden. En zij zei:
- Kom, ik ga dood!
Hij vraagt:
- Wat heb je?
En zij zei:
- Ik weet het niet! Ik kan niet meer ademen!
De jonge gaat snel richting het park, en erheen belt hij met een aantal collega’s, met een aantal goede vrienden van hem, die dokters zijn in Boekarest, bijzondere mensen, bekend en erkend in de stad. Onder hen was ook een cardioloog. Hij belt hem op om hem te vertellen dat hij met zijn moeder is en zij is ziek. En die vriend zegt tegen hem:
- Hé, neem haar snel mee en breng haar naar mij toe, want ik ben nu in dienst.
Het was gezegd en gedaan. Hij neemt haar mee, hij maakt snel een elektrocardiogram en hij vindt wat lelijke fibrillatie rondom haar hart en zegt:
- Mevrouw, vanaf dit moment, verlaat u niet meer het ziekenhuis. We moeten kijken of er een kamer vrij is voor u alleen, ik ga er persoonlijk heen om een kamer te vinden voor u. Maakt u geen zorgen, schrik niet, maar we moeten kijken wat er precies is met het hart, want er is iets niet in orde. Terwijl de dokter op zoek gaat naar een kamer, blijft mijn zus alleen achter. Ze huilt terwijl ze mij vertelt. En ze zegt:
- Mijn broer, ik had nooit gedacht dat zo iets kan mij overkomen! Ik was alleen daar, in de dokters’ kamer, ik voelde alsof ik dood ging, dat ik nooit meer thuis zou aankomen en ik zei zo – ik schaam me niet om dit te zeggen tegen iedereen: Vader Arsenie – zij zei niet Heilige Vader – ik, heb je nooit gekend en jij zult mij ook nooit kennen. Maar als alles waar is wat over jou wordt gezegd, ik vraag je, om mij gezond te maken zodat ik weer naar huis kan. En zegt:
- Mijn broer, toen ik de naam van Vader Arsenie zei en ik verder ging: maak mij weer gezond als alles waar is wat over u wordt gezegd, ik voelde dat ik niets meer had! Op dat moment voelde ik geen probleem meer.
De dokter kwam naar beneden via de trap en kwam naar binnen en zei:
- Kom mevrouw, ik heb een goede kamer voor u gevonden.
Mijn zus glimlacht, maar met tranen in haar ogen – want ze huilde machteloos, want ze ging dood totdat ze de naam van de Heilige hardop zei – en ze zegt:
- Dokter, het is niet meer nodig, ik ben weer gezond!
Hij antwoordt verbaasd:
- Mevrouw, net tien minuten geleden heb ik een elektrodiagram gemaakt. Dit is geen spel!
Zij antwoordde rustig:
- Ik weet dat het geen spel is, maar ik voel me heel goed!
- Dat kan niet!
- Het kan wel! Ik heb niks meer!
- We maken nog een elektrodiagram.
- Doe maar.
En ze had inderdaad, niks meer! De dokter zei dat hij verbaas was, maar mijn zus zei:
- Nee, nee! Het is niet verbazingwekkend dokter! Ik begrijp dat u nu er niks van begrijpt!
Ze vertelde hem niet over de Heilige, ze zei verder niks meer zoals ik nu verteld heb.
Dit was ongeveer drie jaar geleden, misschien vier. Sindsdien heeft mijn zus niks meer gehad, geen enkele symptoom, werkelijk niets!
En dit is maar één voorbeeld van zulke andere gevallen!
Het mysterie van de drie kaarsen
Kom, ik ga je iets buitengewoon vertellen. In de nagedachtenis van de Heilige, de heer Cismileanu van Uitgeverij Agaton en zijn team, hadden besloten om mij te roepen om samen een grote kruis te tillen tussen de voet van de berg en de cel in Sâmbăta, waar de Heilige Vader gewoond had. En, in die groep, waren ook twee personen uit Brașov, eentje die de bijzondere kruis had gesneden die besteld was en nog eentje die met hem mee was gekomen, een jonge man van 38 jaar oud. Wees attent wat de persoon mij vertelde, want hij had gehoord dat ik de Vader gekend had. De jonge man uit Brasov zegt tegen mij:
- Heer Bogdan, ik ben 38 jaar. Ik heb genoten van het leven, ik heb de dames leuk gevonden, de drank, maar ik heb nooit het bestaan van God ontkend. Nee, ik heb dit nog nooit gezegd, maar ik hield mij toch bezig met mijn eigen leven. En nu, de laatste tijd, hoorde ik veel over Vader Arsenie en ik begon een boek te lezen, en toen een ander, ter nagedachtenis van Vader Arsenie. En op een dag heb ik besloten om naar Prislop te gaan. En daar ging ik.
Ik kwam daar aan in de avond. Voor mij was een man die drie kaarsen aanstak en ging daar zitten op een bankje, naast het graf. Ik ging daar ook zitten, en ik zag wie er nog meer kwam en wie vertrok. Ik slenterde in de buurt en ik keek naar de man, ik keek naar de kaarsen die hij aan had gestoken en na anderhalf uur zag ik dat twee van de drie kaarsen brandden langzaam af. Eentje niet. Die leek alsof zij net was aangestoken. Hij spint en twist opnieuw en na zo een vier uur, die ene kaars leek nog steeds alsof hij net was aangestoken. Die andere twee waren nog licht aan het dimmen. De man op de bank zag de jonge man, hij keek naar hem en glimlacht. Hij kreeg moed toen hij zag dat de man naar hem keek en naar hem glimlachte en vroeg:
- Wordt niet boos, maar ik wil u wat vragen.
- Natuurlijk, waarom niet.
- Meneer, ik keek naar u eerder en ik zag dat u drie kaarsen aanstak.
De man bevestigde met een glimlach.
- Meneer, eentje van hen brandt nog! En kijk, die andere twee niet meer.
- Meneer, als u nog iets meer buitengewoon wilt zien dan wat u mij nu vertelt, als u wilt, blijf met mij de hele nacht, tot morgenochtend acht uur. Morgenochtend om acht uur zult u zien dat die twee kaarsen er niet meer zullen zijn en die ene kaars blijft branden alsof hij net is aangestoken. En precies om acht uur morgenochtend zal die uit gaan!
- Meneer!... Laat mij, meneer!
- Meneer, blijf je bij mij?!
- Ik blijf meneer, ik wil het zien gebeuren!
En nu vertel ik het mysterie van de drie kaarsen. Meneer, precies om acht uur, de kaars brandde niet meer en leek niet gebruikt. Die andere twee kaarsen bestonden niet meer. Hij zegt tegen de jonge man:
- Meneer, leg het mij uit! Ik heb de persoon die hier begraven is niet gekend. Ik heb over hem gehoord en het feit dat ik hem heb gekend door boeken heeft mij hierheen gebracht.
- Meneer, kijk naar het mysterie: als ik hier kom, bedank ik hem dat hij mij geholpen heeft met een buitengewoon moeilijk probleem in mijn leven en ik vertel hem dat zolang ik nog leef en gezond ben, zal ik ieder jaar komen om drie kaarsen aan te steken. En, elke keer als ik ze aansteek, denk ik aan de persoon voor wie ik het aansteek. Ik zeg niet altijd dat de eerste kaars voor Vader Arsenie is. Ik zeg: deze is voor familie, deze is voor al mijn kennissen en deze is voor Vader Arsenie. Of de eerste is voor Vader Arsenie of de tweede. En die ene waarvan ik denk dat het voor Vader Arsenie is, die blijft branden tot acht uur ’s ochtends, en stopt dan met branden en ziet er weer nieuw uit.
De jonge man vertelt mij met tranen in zijn ogen:
- Meneer Bogdan, ik heb het gezien met mijn eigen ogen! Als iemand anders het mij verteld had, had ik het niet geloofd. Maar ik heb het met mijn eigen ogen gezien! Toen, ik heb me compleet bekeerd en ik zei: het is God en er bestaan Heiligen van God! En daar, in het graf van Vader Arsenie Boca, daar, ligt een lichaam van een Heilige. Het is niet anders uit te leggen. Meneer, als ik vrouwen leuk vond, en drank, en het leven, en nu ook, als ik nu iets leuk vind, denk ik er niet meer aan met passie. Het enige wat ik mij nog wens, als het kan – is het vinden van een vrouw om mijn eigen familie te hebben, in oprechtheid. Dat is alles, want ik weet dat God bestaat! Het is buitengewoon!
Fotografie - Fotografieën
Gebeurtenissen met Heilige Vader Arsenie Boca kunnen vaak gelinkt worden aan een man, Moraru Gheorghe, een man die vroeger Vader Arsenie heeft gekend. En dit is wat er gebeurd is: nadat Heilige Vader richting God ging, na ik weet niet hoeveel jaar, vertelt die ene Gheorghe Morar aan zijn neef:
- Kom, zullen we naar Prislop gaan!
Ze gingen met zijn tweeën naar Prislop, naar het graf van de Heilige, en de neef zegt tegen Gheorghe:
- Hé neef, ik ga even naar beneden, naar de winkeltje, om iets te halen wat me zal doen herinneren aan mijn bezoek aan Prislop. En hij zegt mij:
- Ik zou zo graag willen om een foto vinden van het gezicht van de Vader.
- Ga maar.
- Kom je niet?
- Ik kom niet. Kijk, ik wacht hier op je, bij het graf. Ik zal niet vertrekken zonder jou.
En wanneer die terug komt, was hij blij en zei:
- Kijk attent. Ik heb gezocht en ik heb geen foto gevonden zoals ik wilde: een foto met alleen het gezicht van de Vader, maar een formaat van 6/4. Ik heb het niet gevonden. Toen liep langs mij heen een non, vroeg mij wat ik zocht. Ik vertelde haar dat ik verlangde naar een foto van alleen het gezicht van de Vader, maar in grootte 6/4, zodat ik hem bij me kon dragen. De moeder zegt mij: blijf hier, blijf nog even wachten, want ik breng jou een exemplaar. En daar ging ze en kijk, ze gaf mij er ook eentje.
En Gheorghe zegt:
- Maar neef, laat het mij zien.
Alles wat ik nu vertel vond plaats voor het kruis van het graf van de Heilige. Toen ik de foto wilde aangeven, viel de foto naast het kruis van de Heilige. Gheorghe knielde neer om de foto te pakken en veegt de foto schoon. Het was zomer, het was warm. Hij schudde de foto, op een kant en daarna op de ander. En hij ziet dat in plaats van één foto, waren het er twee. En Gheorghe vraagt:
- Neef, hoe kon je zeggen dat het er eentje was?! Want kijk, het zijn er twee.
De neef zegt:
- Ik weet het niet, ze gaf me er alleen één! Misschien waren ze geplakt aan elkaar… Dit was hun uitleg. Zonder wonder, zonder een andere interpretatie… Ze gingen naar huis. Wanneer ze thuis aankwamen, de vrouw van Gheorghe Morar zegt:
- Mijn man, je bent bij het graf van de Vader geweest, nee?
- Ja, ik was daar, vrouw, tuurlijk was ik daar!
- En wat heb je meegenomen van daar?
- Wat moest ik meenemen?! Ik heb niks meegenomen. Je neef heeft mij alleen een foto van het gezicht van de Vader gegeven, want een moeder heeft de foto aan hem gegeven. Het waren twee foto’s die vast gelijmd waren aan elkaar en toen je neef de foto wilde laten zien aan mij, viel de foto naast het kruis van de Vader. Ik knielde neer om het te pakken, ik schudde de foto, op een kant en op de ander en toen waren het er twee.
- Kom op mens! Laat het mij ook zien.
- Kijk maar. Als je mij niet gelooft, vraag het hem.
Maar wonder, toen hij de foto uit zijn zak haalde, waren het er niet één, maar weer twee!
- Nietwaar, dit kan niet! Twee begrijp ik dat ze vast aan elkaar zaten, maar drie?! Dat kan niet! Jij, vrouw, roep je neef hierheen, en als hij niet komt, ga ik wel naar hem toe.
- Laat het mens, wat is jouw uitleg?
- Ik zei dat ze vast aan elkaar zaten, maar als het er drie waren, dan weet ik niet wat voor lijm het was, want ik voelde niet dat het een dikke foto was. Dat is wat ik weet, interpreteer het zoals je wilt.
Maar zijn vrouw zegt:
- Mens, geef mij er eentje.
- Neem maar één, wat moet ik met twee?! Neem een foto en ik bewaar de ander.
De man bergt de foto terug in zijn zak op, en de andere foto die uit het niets was ontstaan zet hij tegen een vaas met bloemen in de kamer. Er komen twee familieleden aan en vragen aan de vrouw:
- Is jouw man Gheorghe naar Prislop gegaan?
- Ja, hij is daar geweest.
- En wat vond hij ervan?
- Wat moet hij ervan vinden?! Het was prima…
- En wat heeft hij meegebracht van daar?
- Hij heeft niets bijzonders meegebracht.
- Maar wat dan wel?
- Nou kijk, een foto van Vader Arsenie, maar ze zaten geplakt aan elkaar, want ze zeiden dat het een foto was, maar eigenlijk waren het er twee, en toen drie, en onze neef heeft ook eentje.
- Vrouw, luister, ik praatte met mijn man, op weg naar hier, en we zeiden dat wij ook wel een foto zouden willen van hem, om het mij ons te dragen.
- Ik kan jullie geen exemplaar geven, maar ik kan het wel aan jullie laten zien als jullie willen.
- Ja, laat ons zien.
En op het moment dat ze de foto pakt… vindt ze er nog twee! Toen, schrok iedereen! Geplakt of niet geplakt… niets was waar! Wat voor lijm?! Er bestaat geen uitleg, alleen het wonder van Vader Arsenie! De vrouw van Gheorghe viel bijna flauw! Zoiets bestaat niet! Ze roept wanhopig haar man erbij die in de tuin was:
- Hé Gheorghe, kom hierheen, kom kijken wat er is gebeurd!
Arme vrouw, ze kon bijna niet meer ademen door de emoties. Toen hij aankwam, liet ze het zien:
- Kijk, nog twee foto’s, naast de ander.
- Vrouw, hoe?!
- Ik weet het niet!
Zie je het niet?! En ze gaven de twee foto’s aan de mensen die ook heel graag een foto wilden hebben van Vader Arsenie.
Met Vader Arsenie, bij het rijexamen
Ik ging naar de rijschool om mijn rijexamen te halen. Het probleem is dat ik geen tijd heb gehad om de dertig uur te halen wat verlaagd was geworden naar twintig uur. En op een gegeven moment zei ik: Ik heb Vader Arsenie bij me, ik ga niet weg zonder hem. Ik heb hem altijd bij mij. Toen ik naar mijn examen ging, moest ik eerst een schriftelijk examen doen in de zaal, toen oefenterrein en daarna de route rijde. Tijdens het rijden vond ik het leuk om snel te rijden. In de zaal werd mij de vragenlijst gegeven door de officier Cretu. En hij zei:
- De tafel moet compleet leeg zijn, behalve een pen. Dat is alles! En ik kom langs met de vragenlijst.
Maar hoe! Ik had een foto van de Heilige in grootte 4/6. Ik had hem voor mijn neus gelegd op tafel en ik vroeg de Heilige en zei: Heilige van God, ik vraag U uit het diepste van mijn hart, help mij bij het behalen van het examen, ook als ik nooit een auto zal hebben in mijn leven. Ik wil niks anders dan mijn rijbewijs halen! Ik liet de icoon op tafel liggen.
De examinator kwam langs, hij gaf me de vragenlijst, hij keek naar het gezicht van Vader – en hij zei niets, geen enkel woord, niet eens de vraag naar wie het was en waarom het op mijn tafel lag. Hij keek en zweeg. Knal! Wij hadden dertig minuten de tijd. Goed. Ik was een van de eerste die het gehaald had, zo had het moeten zijn. Ik had 26 uit 26 punten gescoord. Maar niet omdat ik zo goed was – maar simpelweg, dat was een feit!
De examinator zegt:
- Kom, we gaan nu naar de oefenterrein!
Er waren vijf examinatoren. Ik deed het zo goed, dat ik denk dat als ik het een miljoen keer moest doen, de uitkomst hetzelfde was. Ik verwonderde me, Heer, alsof ik zelf niet degene was die reed! Je kunt dit interpreteren zoals je wilt, maar ik zeg dat ik het zelf gevoeld had! De examinator zegt:
- Als je zo goed was op je schriftelijk examen en oefenterrein, dan moet je dat ook zijn bij de route examen!
En ik, om te laten zien hoe snel ik kon en hoe goed ik was, hoe klein Făgăraș ook was – alsof het een grotere communie was – zette ik hem in zijn vier. Maar de examinator die rechts van mij zat, examinator Crețu, zegt:
- Wat langzamer, langzamer, want hier spelen kinderen!
In één woord, ik heb het gehaald! Ik heb mijn rijbewijs, maar ik heb nooit een auto gehad! Het is precies zoals mijn verzoek was: om mij te helpen om mijn rijbewijs te halen, ook als ik nooit een auto in mijn leven zou hebben.
De mysterieuze Vader Nicholas
Kijk, in Oradea, toen ik uitgenodigd was bij de conferentie, geloof mij dat ik toen nog wenste om te spreken. Het is toch goed om een bepaalde maatgreep te hebben in alles wat je doet, om niet te overdrijven! En ik heb daar vier uur gesproken! Een oudere priester heeft nog gesproken – het was de eerste keer dat ik een priester heb zien spreken in het openbaar over Heilige Vader Arsenie Boca! Voor de eerste keer! Wanneer een priester monnik de moed had om te spreken over Heilige Vader Arsenie Boca.
Ik zeg zo: niemand die zich bidt tot de Heilige Vader blijft onbeholpen. In geen enkel geval! En om jullie duidelijk te maken wat ik hiermee bedoel, vertel ik jullie dat ik bij de receptie van de Academie in Sâmbăta ben geweest. En op een dag, ik denk dat het 13:00 uur was, iets na 13:00 uur, en een oude priester kwam langs, van 80 jaar oud – ik wist dat hij 80 jaar oud was, omdat ik het hem heb gevraagd – en droeg de naam Nicolae. En hij vroeg mij, met een draaiende blik, of ik hem de aula kon laten zien.
- Met liefde, zei ik.
Ik denk niet dat de aula hem interesseerde, omdat ik zijn reactie heb gezien, ondanks wat de aula van Sâmbăta te bieden heeft; het is bijzonder, groot, mooi en ruim… Hij keek me aan en zei:
- Lieverd, heb je Vader Arsenie gekend?
Ik vertel hem:
- Vader, ik heb hem persoonlijk gekend. Tot zover heb ik hem gekend, maar ik heb hem gekend!
Hij reageert:
- Nee, mijn liefste, kom, ik vertel je wat, als je hem hebt gekend. Toen ik nog jong was, heb ik gepraat met Vader Arsenie en de Vader zei het volgende: Vader, weet dat waar twee-drie zijn die over mij praten, ik zal daar zijn, in het midden van hen, maar zij zullen mij niet zien. En die, die zal praten over mij in dit leven, wanneer diegene naar de andere kant zal gaan, dan zal ik tevoorschijn komen en ik zal hem helpen in het proces van het gaan naar de andere kant. Maar ik zal nog wel langskomen en we zullen nog praten.
Hij is niet meer langs gekomen. Ik weet ook niet wie hij was… Ik vertel alleen wat mij is overkomen: Vader Nicolae was zo soepel, op 80 jaar leeftijd, ongelooflijk! Het was een bijzondere man, buitengewoon! Hij kwam zo goed en bewonderwaardig over, dat zelfs toen hij wegging, ik wilde dat hij nog bleef om meer te vertellen!
Vader Arsenie, op de ziekenhuis hallen
Niks is toeval – toeval is alleen een expressie gebruikt in deze wereld, omdat het niet deel maakt uit onze realistische bestaan. Twee dagen nadat ik deze priester ontmoet had, kwam een familie uit Brașov, genaamd Ungureanu – hij werkte bij Gaz Metan, als grote directeur. En zij wisten ook over Heilige Vader Arsenie Boca en ze wisten over mij, aangezien we discussieerden over de accommodatie in Academia Sâmbăta. Zijn vrouw vraagt aan mij:
- Heer Bogdan, wilt u morgen met ons meegaan naar Prislop? We zullen morgen ook weer terug komen.
- Met liefde.
In Prislop is moeder Filoteea, die al 12 jaar in het klooster zat. Elke keer als we elkaar zien, praten we over wat ik nog gehoord heb of wat ik heb beleefd en wat moeder nog weet. Moeder, hoe ze mij zag, zegt mij:
- Broeder Bogdan, ik wil je wat vertellen.
- Vertel, moeder, want ik heb ook wat te vertellen.
- Hier in het klooster, was een zuster met wie ik het goed kon vinden, ik kon het met niemand zo goed vinden en die zo dicht bij me stond zoals deze zuster, maar ze heeft kanker gekregen. Ik ben met haar in het ziekenhuis geweest en op een zondag, dacht ik zo: na de Heilige Liturgie, ga ik iets eten en ik ga op visite bij haar. Ik bad constant tot God, want toen ik haar bezocht, zag ik aan haar dat ze in de laatste fase was van haar ziekte. Ze had uitzaaiingen. Maar ik wist dat deze moeder heeft grote vroomheid bij Heilige Vader Arsenie Boca. En ik dacht en bad tot God: God, doe iets zodat ze geen heftige pijn meer heeft wanneer ik bij haar aankom, want het breekt mijn hart om haar zo te zien lijden en ik kan haar niet helpen.
Ik ging naar het ziekenhuis en ik kwam bij haar aan. Toen ik de deur open deed, glimlachte de moeder van blijdschap! Ik vertel eerlijk wat ik dacht: ik dacht dat de ziekte haar hersenen had aangetast. Ik vroeg haar: Wat is er zuster? Ze antwoordde: Hoe bedoel je wat is er? Je hebt pas net het motief voor mijn blijdschap gezien! Ik keek haar aan, serieus, en in mijn hoofd dacht ik: het is duidelijk, haar hersenen zijn aangetast. Ik vroeg haar: Wie moet ik ontmoeten zuster? Ze antwoordde: Hoe bedoel je met wie? Vader Arsenie Boca heeft zonet mijn kamer verlaten. Hij heeft met mij gepraat en hij heeft mij zoveel verteld!... Over deze wereld, en over het hiernamaals. Hoe kan het dat je hem niet bent tegen gekomen, hij is net weggegaan, voordat jij de deur open deed?! Ik zei toen: Maar jij, zuster, wat heeft hij jou verteld? Ze antwoordde: Nou, heel veel!... Ik zag geen enkel teken van pijn in haar gezicht, want ze straalde van blijdschap. Twee dagen later, vertrok ze naar de Heer. Deze moeder, zoals ik vertelde, had Vader Arsenie hoog zitten en niks was toeval! Ik zei ook tegen moeder:
- Wat ik jou wilde vertellen is dat twee dagen geleden, is een priester langs Sâmbăta geweest, die zich presenteerde als Nicolae en die in zijn jongere jaren Heilige Vader Arsenie Boca heeft gekend, en die zei het volgende: Vader, weet dat waar twee-drie zijn die over mij praten, ik zal daar zijn, in het midden van hen, maar zij zullen mij niet zien. En die, die zal praten over mij in dit leven, wanneer diegene naar het hiernamaals zal gaan, dan zal ik tevoorschijn komen en ik zal hem helpen in het proces van het gaan naar de andere kant. En dit is ook gebeurd met de moeder waarover jij mij hebt verteld.
Moeder Filoteea kon niets weten over dit verhaal, zij was met stomheid geslagen, toen ze hoorde wat Vader Nicolae mij had verteld. Vader waarvan, en ik herhaal, ik niet weet waar hij vandaan komt. Was gekleed als priester, het was een buitengewone man. En hij vertelde me over deze gebeurtenis met de Heilige Vader.
“Zeg hem naar Prislop te komen, naar mijn begrafenis…”
Nou hier, in Făgăraș, is ene Nicolae. Die een broeder monnik had. Goed, hij had Vader Arsenie in zijn hart gesloten en bad een keer tot hem, toen hij bij hem was:
- Vader, ik vraag u, ik weet niet wie eerder deze wereld zal verlaten, maar als ik degene ben die als eerste vertrek…
Maar Vader verbrak hem:
- Laat het, ik ga eerder dan jij!
En hij antwoordde toen:
- Vader, als u eerder vertrekt dan ik, laat mij dan niet lang achter in deze wereld.
De Vader zat even om na te denken en zei:
- Nadat ik weg ben, zal ik jou meenemen na een korte tijd.
Wees attent, want het zal gebeuren! Deze monnik hield zich daarna bezig met zichzelf. Hij was bevriend met een andere monnik die tegenover hem woonde. Zijn vriend droomt Heilige Vader Arsenie Boca. In zijn droom Heilige Vader zei:
- Ik ben overleden. Zeg tegen broeder – en hij zei de naam van de monnik – om naar mij toe te komen, in Prislop, naar mijn begrafenis. Hij wordt warrig wakker uit zijn droom, hij gaat naar die ene monnik toe, die aan de Heilige Vader gevraagd had om hem niet lang te laten leven nadat de Vader overleden was, en zegt:
- Hé, ik weet het niet. Ik denk dat jij het wilt, maar ik vertel je wat mij is overkomen vannacht:
- Wat is je overkomen?
- Vader Arsenie is in mijn droom voorgekomen en hij zei mij jou te vertellen dat je naar Prislop moet gaan, want hij is overleden.
- Ga toch weg, met jouw stommigheden. Het zijn dromen van de vijand. Na ongeveer een uur, krijgt de abdij een telefoon om te respectieve monnik te laten weten, waarvan iedereen wist dat hij Vader Arsenie Boca in zijn hart had gesloten, dat hij naar Prislop moet komen, want de Vader is dood.
Hij gaat naar toe, volgens het verzoek van de Heilige, in de droom van zijn goede vriend. Hij komt thuis en exact na 6 maanden – hij was elektricien van beroep, in het leven was hij civiele elektricien – Vader Arsenie Boca, de Heilige, komt in zijn droom en zegt:
- Bereid jezelf voor, want over drie dagen kom ik je halen. De arme monnik, nadat hij wakker is geworden, vertelt iedereen:
- Kijk, ik heb over de Vader gedroomd! Maar was deze droom wel echt?
En een wijze iemand uit de gemeenschap zegt:
- Als het van God is en van de Heilige, als hij het was, werkelijk, dan wordt het voldaan. Maar als hij het niet was, als het een droom was van de vijand, dan zijn het niet drie dagen, maar drie jaren en je zult niet meer over hebben.
Mensen, op de derde dag de abt vroeg hem een pilaar van elektriciteit te repareren. Hij ging daar, hij raakte geëlektrocuteerd en hij overleed daar.
Thee Bloemen voor Vader Arsenie
Ik herinner mij nog dat iemand van Sâmbăta soms nog naar de Vader ging om hem verschillende theesoorten te brengen. Op een gegeven moment, kon de respectievelijke persoon niet meer zelf gaan en stuurde daarom iemand anders naar de Heilige Vader, in Drăgănescu, en zei:
- Vader, u wordt gevraagd om de respectievelijke persoon te vergeven, want het kan zo zijn dat er nog wat onkruid is, want zij moest snel de bloemen van het veld verzamelen.
De heilige antwoordde met een glimlach:
- Zeg haar het volgende: zij moet zich geen zorgen maken, want ik waakte boven haar toen zij de bloemen aan het verzamelen was.
“Hé Gheorghe, pak al je koffers in, want dit wordt een lange reis…”
Er was eens een Gheorghe, uit Sâmbăta de Sus. En deze persoon, Gheorghe, was ergens in de twintig jaar oud in de jaren ’40, toen de Heilige Vader Arsenie hier, in Sâmbăta was. En op een gegeven moment, moest hij een boodschap leveren, een brief aan de Heilige Vader. Toentertijd, als je een fiets had, was dat speciaal. Niet iedereen had een fiets! Het was een feit dat deze persoon een fiets had geregeld en hij had zijn voeten vastgebonden aan de pedalen van de fiets om door te blijven fietsen tot aan het klooster en hij zei tegen twee andere vrienden, die een fles wijn hadden van één liter:
- Hé, niet de hele fles leegdrinken, want ik word boos op jullie! Laat ook nog iets over voor mij in de fles! Ik ga alleen om dit af te geven aan Vader Arsenie.
Zij antwoordden:
- Ga nou maar, doe rustig, want wij zullen wat wijn voor je bewaren!
Aangekomen bij het klooster, toen hij vlakbij de kerk kwam, Heilige Vader Arsenie kwam uit de kerk en zei:
- Gheorghe, ik ben hier.
Hij antwoordde:
- Ik zocht ook naar u.
En de Vader zei:
- Geef maar, want ze hebben het aan jou gegeven om aan mij door te geven.
Gheorghe stond op het punt om te vertrekken toen Vader tegen hem zei:
- Blijf Gheorghe, ga nergens heen, ik moet nog iets met jou afhandelen.
Hij pakt de envelop en leest de brief en kijkt vervolgens Gheorghe aan, van boven naar beneden en zegt:
- Gheorghe, haast je niet zo, want die vrienden van jou zullen wat wijn voor jou bewaren. Maar je moet een ding weten: dat voordat je doodgaat, je een melding zal krijgen dat je zult overlijden.
Hij vroeg verbaasd:
- Van wie dan Vader?
Vader antwoordde kort:
- Laat het, je zult het vanzelf zien!
Hij ging weer naar huis, bezig met zijn leven. Tientallen jaren gingen voorbij na dat gesprek met de Heilige, een nieuwe klooster was zelf geconstrueerd in de tussentijd met een nieuw gebouw. Hij was een bewaker daar. Hij was 74-75 jaar oud. Vader Ieronim, die nu nog leeft, kwam langs bij het klooster. Ze kenden elkaar. En Vader vroeg hem:
- Gheorghe, ik zie je denken, wat is er?
Hij antwoordt:
- Vader, ik dacht zo… Ik weet niet wat. Het schoot mij ineens te binnen om naar Vader Arsenie te gaan, maar ik weet niet waarom!
Vader Ieroniem zei:
- Nou ga dan!
En Gheorghe antwoordde:
- Je moet weten Vader, ik ga!
Gheorghe ging erheen. Hij ging naar de Heilige Vader – zeker dat de Heilige hem had geroepen, want daarom heeft hij gevoeld wat hij had gevoeld. Toen hij hem zag, zei hij:
- Gheorghe, hoe gaat het met jou?
Hij antwoordde:
- Vader, kijk, het gaat goed met mij. Ik maak deel uit…
Maar Vader zei:
- Gheorghe, bereid je voor, pak al je koffers in, want het wordt een lange reis, een hele lange reis.
Hij verdedigde zich:
- Ik ga nergens heen Vader, want ik ben oud.
Maar Vader zei:
- Je gaat wel Gheorghe!
Maar hij dringt erop aan:
- Ik ga niet Vader!
En Vader antwoordde weer:
- Hé Gheorghe, je gaat wel! Ga al je koffers inpakken.
Hij komt verward thuis aan en in de avond, toen hij waakte, ging hij weer langs Vader Ieronim – niks is toeval toch Broeder, ziet u?! – hij zag dat hij weer begon te dagdromen en vroeg:
- Wat is Gheorghe? Wat ben je aan het doen?
Hij zegt tegen hem:
- Vader, goed dat u bent gekomen, want kijk, ik kan iets niet zelf uitleggen.
- Nou, je zei dat je naar Vader Arsenie ging.
- Ik ben geweest.
- En wat zei hij tegen jou?
- Dat is het nou, ik begrijp hem niet.
- Nou, wat zei hij?
- Hij zei: Gheorghe, pak al je koffers in, want het wordt een lange reis, een hele lange reis. Toen zei ik: Ik ga niet Vader, ik ga nergens heen, want ik ben een oude man. Waar zou ik heen moeten gaan?! Toen zei Vader weer: Ga nou maar al je koffers inpakken, want het wordt een lange, lange reis. Vader zei dat ik moest gaan en ik zei dat ik niet moest gaan. Waar moet ik heen, Vader, want ik ga nergens heen?! Zou het een bepaalde betekenis hebben?!
- Ik weet het niet Gheorghe, dat zal jij zien!
En de derde dag overleed hij! Realiseer, dat er tientallen jaren voorbij waren gegaan vanaf het moment uit zijn jeugd toen hij waarschuwde: Voordat je doodgaat, zal je een melding krijgen dat je zal overlijden. Van wie Vader? Laat het voor nu, je zult het vanzelf zien… En na tientallen jaren – want toen was hij nog in zijn twintig jaren en nu zeventig en nog wat, niet eens tachtig jaar -, en zo is het gegaan: hij was op de hoogte gebracht.
“Hoe moet ik dan mijn mond houden broeders? Hoe?”
Ik was op een dag gevraagd door een aantal priesters om naar Oradea te komen naar een geestelijke conferentie. De reden was dat een theoloog – ik denk dat hij ook een doctoraat had, maar ik weet niet waarvandaan, in ieder geval niet uit een orthodox land – die boeken schreef, op de televisie is geweest en in een programma verscheen om te praten over God en over het geloof in de Goede God.
Hij heeft aan de mensen daar verteld: dat Vader Arsenie Boca een ketter is geweest, dat Vader Cleopa Ilie een leugenaar was en Vader Ioanichie Bălan een gestoorde was. En waarom hij over de Heilige Vader Arsenie Boca zei dat hij een ketter was, de arme man?! Omdat daar, in de kerk in Drăgănescu (vlakbij Boekarest), ergens rechts, zodra je links de kerk binnenkomt, een groep heiligen geschilderd door de Heilige Vader Arsenie Boca bestaat, waar ook de Heilige Vader Serafim van Sarov in omlijst is, maar ook twee katholieke heiligen: Heilige Franciscus de Assisi en een vader, maar ik weet niet welke. Dit is mijn conclusie – op basis van dit en op wat ik niet weet, ga ik op mijn eigen intuïtie af of ik probeer dat te doen. Hij zei over Heilige Vader Arsenie Boca dat hij een ketter was, vergetend dat, tot 1054, toen de grote schisma was, de leer hetzelfde was – het maakte niet uit dat het Kerk uit het Oosten was of uit de Westen.
Het leer van de Heilige Franciscus de Assisi en de respectievelijke vader was, natuurlijk, de werkelijke leer, gekregen van de oude en echte gelovigen. Ik was verward in een buitengewone manier door zijn woorden, en als hij bij ons was geweest in Făgăraș, kon ik mijn mond niet houden! Ik kan niet stil zijn, en ik hoefde ook niet stil te zijn!
Als je de Heilige Vader Arsenie persoonlijk hebt gekend, dan kan je niet je mond dichthouden en niks bijzonders zeggen over hem. Daarom kon ik natuurlijk niet stil blijven op basis van dit, ze hadden iemand nodig die de Heilige Vader Arsenie Boca persoonlijk gekend had. Goed, van mens tot mens, kwamen ze aan bij mij. Ik kon hem, simpelweg, niet Vader Arsenie noemen; alleen maar de Heilige Vader Arsenie Boca, en als ik hem zo noemde, ik had allerlei voor argumenten waarom ik hem zo noemde, goede mensen! Ik ben een mens van niets geweest, en deze vriend van God heeft mijn lot drastisch veranderd, zo niet compleet. God weet het!
Hoe dan ook, hij heeft mijn lot buitengewoon veranderd. Ik kon er op de dag van vandaag niet eens zijn, en als ik er was, dan leed ik een bitter leven zoals ik vertelde. Ik was anders verslaafd geraakt aan de drank. En de Heilige was degene die mij hiervan heeft weerhouden, maar vraag mij niet hoe, want dat maakt mij niet uit. Vraag het aan de Heilige, hij kan jullie een antwoord geven, want ik weet het niet. Het feit is dat sindsdien ik geen druppel alcohol meer heb gedronken.
Ik heb altijd zijn stem in mijn hoofd… En voor wat ik heb gezegd, neem ik nogmaals God als mijn getuige over mijn ziel om te bevestigen dat het waar is. Niks is overdreven, niet eens het kleinste dingetje! Niks heb ik overdreven! Hoe moet ik dan mijn mond houden broeders? Hoe? Als ik mijn mond had gehouden, zou ik dan niet medeplichtig zijn met diegene die werkelijk een ketter was? Nou, ja! Onverschillig als ik de mogelijkheid had of niet de mogelijkheid had, zij, God en de Heilige hebben mij geholpen en hebben mij de mogelijkheid gegeven om vandaag te spreken.
Ik zeg jullie nog iets: ik was niet op de uitnodiging ingegaan om over de Heilige Vader Arsenie Boca te spreken zonder de toestemming van God te vragen. Ik was alleen gegaan als hij mij toestemming had gegeven. En zo niet, dan had hij mij moeten stoppen, het maakte niet uit hoe: of een ziekte, of iets wat me zou kunnen overkomen of iets dat had moeten veranderen bij de conferentie, zoals een ander onderwerp. Ik was twee keer uitgenodigd in Boekarest, voor een Tv-station om te praten over de Heilige Vader Arsenie Boca en ik zei in mijn gebed – ik zei tegen de Heilige en ik vroeg hem: Heilige Vader, als u het niet wilt, houd me dan tegen. Doe iets, u verzint wel iets! Laat mij het dan goed begrijpen om niet te gaan.
God, steeds meer mensen kwamen naar Făgăraș, bij mij thuis, om mee te nemen, om daarheen te gaan. Ze hebben een verschrikkelijk ongeluk gehad met de auto – helemaal vernietigd bij het verlaten van Boekarest, maar ze hadden niks, geen enkel schrammetje. Maar ze kwamen niet meer! Ze belde mij alleen op, ze vroegen om vergiffenis en zeiden dat ik God moest bedanken voor het feit dat ze het ongeluk overleefd hadden, want van de auto was niks meer over. Toen ze me nog een keer opriepen, zei ik:
- Ik kom niet meer, gekke mensen! Ik kan niet.
Ze hielden vol:
- Maar hoezo niet? Wij zullen voor u betalen…
Maar ik zei ze:
- Ik hoef geen geld! Ik kom niet! Broeders, ik kom niet als er voor betaald wordt om te praten in naam van de Heilige Vader Arsenie Boca. Ik kom omdat het een mens is van God die een buitengewoon invloed heeft gehad over mijn lot. Wat er zal gebeuren tot het eind, weet ik niet, maar ik weet dat ik hem heb gevraagd om mij te helpen om te blijven geloven totdat ik doodga. Dat weet ik!
Dus over deze erkende theoloog, zal ik jullie toch nog iets vertellen over mijn mening en ik bid tot de Goede God om mij te vergeven als ik iets onwelvoeglijk over deze onschuldige, om het zo te noemen. Ik wil niks zeggen dat God of de Heilige Vader Arsenie Boca boos zou kunnen maken, God verhoede me! Maar ik zie geen andere oorzaak dan alleen verkeerde informatie verschaft kunnen hebben door hem die informeerde over bepaalde dingen, met een bepaalde intentie, precies zoals, vroeger, de communisten de Heilige probeerden te overschaduwen, zonder bewust te zijn van het feit dat hoe meer ze probeerden de Heilige te overschaduwen, hoe meer hij begon te stralen, die geweldige persoon van God, door zijn adviezen, door zijn leer en door zijn gehele leven.
En nu, voor wie moet je nu opletten, mens? Daarbij moet ik vermelden dat het geen communisten meer zijn… Ja, maar nu zijn de maçons. En we weten heel goed dat dat zo is. En als je wilt, zeg ik je nog iets, namelijk dat Vader Paisie Aghiorâtul ook niet gecanoniseerd was, maar het bekend is dat hij een heilige was.
In 1991, of 1992, was aan hem gevraagd zijn mening over het hedendaagse leven en Vader Paisie zei: Je kunt geen staatshoofd zijn, je kan geen minister-president zijn, je kan geen minister zijn, als je geen maçon bent. Indien, door absurditeit, een persoon zo een functie kan krijgen zonder maçon te zijn, dan zal de maçonnerie ingrijpen in zijn leven. Als je ermee speelt zoals zij zeggen, dan blijf je. Als je dat niet doet, dan verdwijn je. Het maakt niet uit hoe je dan verdwijnt, maar je verdwijnt! Of je verliest je stoel of je leven.
Mensen, voor wie deze onschuldige, voor gewerkt heeft, weet ik niet. Het is een feit dat hij een zeer ernstige beschuldiging heeft gemaakt in het openbaar. Ik weet niet hoeveel mensen daar waren, maar ik weet wel dat het een overvolle zaal was en ik vroeg zelfs: Hé goede mensen, waarom heeft geen enkel van jullie een attitude gehad? Mens, kijk, ik weet niet waar je vandaan komt, ik weet niet wat je hebt gegeten – misschien heb je iets gegeten dat je zenuwstelsel of je spraaksysteem heeft aangetast -, maar kijk uit wat je zegt!
Nou, als je zegt dat Vader Arsenie een ketter was, Vader Cleopa een leugenaar en Vader Ioanichie Bălan een gestoorde, wat ben jij zelf man? Deze drie mannen waarover jij net dingen hebt gezegd, zijn eigenlijk, op een bepaalde manier, de pilaren van de Roemeense Orthodoxe Kerk!
Ik herinner mij nog hoe Vader Teofil Pârâian zei dat Vader Arsenie Boca was de toonaangevende in de Orthodoxie en hij heeft nog nooit een ander mens gekend van hetzelfde niveau zoals Vader Arsenie Boca.
Ik zou nog iets vertellen, over het spreken over Vader Teofil, maar ik houd mij in, om zijn herinnering niet te beledigen of boos te maken, want ik heb van hem gehouden en ik had hem heel erg nodig en hij was er voor mij. Voordat ik voor de laatste keer vertrok om te praten met de Heilige Vader Arsenie Boca, ging ik langs Vader Teofil, om hem te zeggen, ook al wist ik wat ik wist, dat er iets bestond in zijn hart, iets wat hem van iets weerhield. En ik wist ook waarom, want ik heb met hem gesproken. Vader Teofil gaaf toe dat hoe vaak hij probeerde om met Vader Arsenie te praten, het lukte hem niet aan de praat te krijgen. Het enige wat hem was verteld was het volgende: Zeg het gebed van het hart en klaar. En Vader Teofil heeft mij nog iets verteld: toen hij besloten had om naar school te gaan, om een onderwijs te volgen, middelbare school en daarna een faculteit, ging hij naar Vader Arsenie en zei: Vader, ik heb nagedacht om verder weg naar school te gaan. En de Vader antwoordde kort – zo heeft Vader Teofil mij verteld: ga maar en doe het, maar weet dat geen enkele school verlost je!
Vader Teofil vertelde mij dat zeker Vader Arsenie Boca een bijzondere roem had bij de mensen. De mensen zagen hem zoals hij in feite was en hij was: een Heilige van God.
Ik kom nu en zeg: Heer, ik heb de Heilige Vader Arsenie Boca meerdere malen gezien, ik heb meerdere malen met hem gesproken. Ik heb hem aangehoord, ik heb hem gezien, ik heb beleefd wat ik heb beleefd met hem erbij, in zijn aanwezigheid en zonder hem. Er is veel wat ik nog nooit aan iemand heb verteld. Ik weet niet of ik goed heb gedaan of niet. Ik zou het niet weten! Feit is dat ik niet alles heb verteld, maar ik denk dat de Heilige zich er ook niet over zal winden, want hoe dan ook anderen zullen het wel vertellen, om te vertellen wat ik niet wil vertellen uit een zekere terughoudendheid. Niet omdat ik iets slechts over mij zou vertellen. Met liefde zou ik willen vertellen. En ik weet hoe waardeloos ik ben tegenover God. Maar ik wil dat niet zeggen als een nederige, goede mensen, maar omdat het de realiteit is!
Kijk, als de Heilige mij had verteld dat ik bepaalde dingen moest doen en hoe ik ze moest doen, kan het misschien zo zijn dat het voor een ander niet gepast was en als diegene had geprobeerd om te doen wat de Heilige tegen mij zei, dan kon precies het tegenovergestelde gebeuren. Daarom moet je luisteren. Je doet precies zoveel als hoeveel God je verlicht en je doet precies zo zoals jij denkt dat het bij je past. Overdrijf niet, mens, met niets. De middenweg – die is gezond! Doe niet extreem, want het is bijzonder hoe gevaarlijk het is voor de ziel. Wees niet gehard in de heiligen, want je kan gek worden. Daar heb je een bijzondere en bekwame biechtvader voor nodig.
“Ik word achtervolgd door de Veiligheid”
Daar bij de fontein, bij de bron van de Vader, in Sâmbăta, heeft een persoon iets bijzonders gedaan: hij heeft het opgeruimd en bedekt. Ik ontmoet de respectievelijk persoon en ik heb gehoord dat hij de Vader gekend heeft. Wat anders?! – als ik hoor dat iemand de Vader gekend heeft, dan moet ik wel vragen:
- Mens, vertel mij, zeg mij alles wat je voelt of wat je denkt mij te kunnen vertellen. Hoe heb je hem ontmoet?
En hij vertelt:
- Ik was net klaar met het leger; ik leerde een mooie meid kennen en zei: Heer, ik zal met haar trouwen! En ik ging naar Vader Arsenie en zei: Vader, kijk, ik ben klaar met het leger en ik wil trouwen en ik heb een hele mooie vrouw ontmoet. Ik vind haar heel erg leuk. Ik houd van haar. Vader zei toen tegen mij: Jonge, ga dan trouwen, maar houd in gedachte wat ik je nu ga vertellen: maak geen kinderen binnen de eerste twee jaar.
Ja, Vader, zei ik toen. Maar wie hield er rekening mee met wat hij zei. Ik ging naar huis en… Binnen twee jaar kreeg ik een dochter. Tot op de dag van vandaag kan ik het niet uitleggen; toen mijn dochter 16 jaar werd, heeft ze zichzelf opgehangen. Niemand kan weten waarom, niettemin hebben wij haar al onze liefde als ouders gegeven. En ik, als vader, en zij, als moeder. Na een tijdje, ging ik weer naar de Vader toe, omdat ik was gescheiden. En tussen mij en de Vader was een kleine afstand, niet eens een halve meter en Vader zei mij: Ga snel weg, want ik word nu achtervolgd door de Veiligheid. Hup, ga, we praten een andere keer. Maar ik zei: Nee, Vader! Blijf nog even, vertel mij nog één ding. Ik stak mijn hand uit om hem vast te pakken om hem naar mij toe te trekken om hem niet te laten gaan. Maar mijn hand stak door de zijne, precies zoals je een schaduw probeert te pakken! Alsof hij geen botten had, alsof hij niks had! Mijn hand stak door zijn hand heen! Ik probeerde het opnieuw en hetzelfde gebeurde: mijn hand ging door de zijne! Toen ik het voor de derde keer probeerde en weer hetzelfde gebeurde, werd ik bang en vertrok ik. Ik zei niets meer.
Zo heeft deze persoon mij verteld, die nu nog steeds leeft en die nog iedere dag daar langs gaat om te kijken of er nog iets gerepareerd moet worden of vernieuwd.
“Weet dat ik de hand heb geschud met de Heilige Johannes de Dopper in de geest”
Dus ik was in de kerk – niet de eerste keer; God weet hoeveelste keer het was. In Drăgănescu, in de heilige kerk, boven, is de Heilige Johannes de Dopper geschilderd. De groep met wie ik naar de kerk was gegaan, was met Vader Răzvan Lupescu, die de dienst draagt nu op. Het was voor de eerste keer, alsof ik verbijsterd was – hoewel het niet de eerste keer was dat ik de schilderij had gezien, maar God weet wat er met mij is gebeurd, met mijn ziel – ik heb een opvallende gelijkenis gezien tussen het beeld van de Heilige Johannes de Dopper en het beeld van de Heilige Vader Arsenie Boca. Ernaar kijkend en verwonderde mij alsof de Vader daar beschilderd was, Vader Razvan zag me, want de deur stond open en zei:
- Heer Juncu, waar kijkt u naar en waarom glimlacht u?
Ik antwoordde:
- Vader, ik kijk en verwonder mij. Ik was vaker in deze kerk geweest en ik keek vaker naar de schilderij, maar ik heb nog nooit zoiets opvallends gezien tussen het beeld van de Heilige Johannes de Dopper en de Heilige Vader Arsenie Boca.
En toen zei Vader Razvan glimlachend:
- Nee, kom, ik vertel u wat Vader Arsenie mij heeft verteld over de Heilige Johannes de Dopper.
En hij vertelde aan de gehele groep wat de Heilige Vader Arsenie hem verteld had: Weet dat ik de hand heb geschud met de Heilige Johannes de Dopper in de geest, en de schilderijen – vertelde Vader Razvan – zijn profetische schilderijen in de heilige kerk van Draganescu. Er zijn tal van hen die niet begrepen kunnen worden – waarschijnlijk wachten het op het juiste moment om zich te laten ontdekken. Bijvoorbeeld, rechts, zodra je de heilige kerk binnenkomt, zijn twee wolkenkrabbers te zien die zwaar getroffen zijn, de grond in de achtergrond brandt weg en twee cijfers “1”, met het bovenstuk omgekeerd op ieder gebouw. Dus, andersom, de datum 11…
Er zijn meerdere buitengewone dingen, werkelijk buitengewoon! Tuurlijk is een schilderij die absoluut uniek is in de gehele Orthodoxie, niet alleen die van ons, maar op de gehele aarde waar Orthodoxie bestaat! Nergens zal je het beeld van de Heilige Maagd vinden en die van de Heer Jezus Christus zoals daar! Nergens!
In zelfde context, van het schilderij, herinner ik me over een andere gebeurtenis waarin de actuele Metropoliet van Transsylvanië, Zijne Eminentie Laurentiu Streza, toen nog priester, de Heilige Vader vroeg waarom hij anders schilderde dan de schilderkunst van de Byzantijnse kerk. En Vader Arsenie antwoordde: Vader, ik schilder hun zoals zij zich aan mij verschijnen!
De binnentreding van de Sovjet troepen in Roemenië
Ik zal jullie nog iets vertellen over een buitengewone gebeurtenis, die de geweldige nederigheid van de Heilige Vader Arsenie Boca laat zien, een gebeurtenis die mij is verteld door Vader Bunescu, zelfs in het jaar waarin hij langs ging bij de Heer, misschien twee-drie maanden voordat hij overleed. Hij was al 92 jaar oud, maar hij had nog een buitengewoon geheugen, ook al had hij een hulpeloos lichaam. En Vader Bunescu vertelde mij:
- Mijn lieverd, kom, ik ga je wat vertellen.
Ik antwoord dat ik daarvoor gekomen was, zodat hij mij het volgende kon vertellen:
- Omdat vijftien jaar geleden, hoelang hij bij u is verbleven, zolang het duurde om het schilderij in de kerk af te krijgen, kan het niet zo zijn dat u dingen weet die andere mensen niet weten.
Toen, vertelde hij mij dat vaak, Vader Arsenie hem riep in de kerk en vroeg:
- Vader, wat vindt jij? Is dit goed geschilderd? Zijn deze kleuren de juiste kleuren?
En Vader Bunescu vertelde mij met tranen in zijn ogen, als een klein kind:
- Ik deed net als ik verstand had van schilderen en ik schepte op, terwijl ik geen idee had van schilderen en ik zei: Vader, het is niet goed, kijk hier. Deze grijs moet lichter, want je hebt hem te donker gemaakt, En dit moet zus en zo.
Hij vertelde dat Vader hem aankeek en vroeg: Vader, weet je het zeker?
En Vader Bunescu antwoordde met volle overgave: hoe kan ik niet zeker zijn?! De tweede dag, had het schilderij die tinten vertelde Vader Bunescu. Hij vertelde mij toen nog iets, iets wat jullie moeten doorvertellen aan de rest van de wereld. Hij zei zo:
- Lieverd, in 1968, toen de Sovjet troepen Tsjechoslowakije binnen waren getreden, hadden wij een strak rooster afgesproken om te lunchen, want de Vader at met ons mee, met mij en met de priesteres. Maar op die dag kwam de Vader niet op de afgesproken tijd, iets wat nooit eerder was gebeurd. Hij kwam nooit te laat! Hij was precies, hij was een extreem gedisciplineerde man!
En op een gegeven moment zei de vrouw van Vader Bunescu:
- Mens, ga kijken wat er met de Vader aan de hand is! Er is iets! En Vader zei:
- Ik ben geweest, de deur van de kerk was open, maar er was niemand aanwezig in de kerk. Ik ging naar de Heilige Altaar en ik heb het gordijn beetje open gedaan om te kijken of hij niet bij het Altaar was. Hij was bij de Heilige Altaar, op zijn knieën, met zijn handen op de rand van de Heilige Tafel en met zijn hoofd op zijn handen, alsof hij aan het bidden was, want er ging iets gebeuren, maar ik kon toen niet weten wat ik nu wel weet. Ik trok me voorzichtig terug, ging naar huis en zei tegen mijn priesteres:
- Jij, vrouw, ik weet niet wat er gaat gebeuren, maar de Vader is aan het bidden. Hij zat op zijn knieën, voor de Heilige Tafel, met zijn handen op de rand en zijn hoofd in zijn handen. Maar laat maar, ik vraag het hem als hij komt.
En kort daarna, na de discussie, kwam de Vader aan tafel – vertelde Vader Bunescu. Hij had tranen in zijn ogen en vroeg:
- Vader, wat is er gebeurd?
Vader Arsenie antwoordde:
- Laat het Vader, je hoort het morgenochtend.
Maar vader Bunescu drong aan:
- Vertel mij Vader, wat is er gebeurd? Wat zal ik morgenochtend horen? Van wie?
En de Heilige Vader antwoordde:
- Ik heb geboden tot God om de Sovjet troepen niet ons land te laten binnentreden nu.
Vader Bunescu vroeg door:
- Wie niet te laten binnentreden Vader?
Vader Arsenie antwoordde weer:
- De Russen, en ook met de anderen…
Vader Bunescu zei verbitterd:
- Met welke anderen Vader?
Maar Vader Arsenie zei:
- Laat het, je hoort het morgen!
En een dag later, in de ochtend, werd om de vijf minuten gecommuniceerd: De Sovjet troepen samen met de anderen – de andere socialistische staten – hebben Tsjechoslowakije binnengetreden en zwarte wolken hebben zich verzameld over Roemenië. Ze wachtten af, tuurlijk, dat Rusland Roemenië binnen zou treden, net zoals Ceausecu, toen een held was op zijn eigen manier. Schande! Schande, de gehele socialistische kamp! Zo riep hij. Ik herinner mij nog heel goed het jaar 1968. Op de radio vertelde de pers wat Ceausecu had gezegd. Nee, alle buitenlandse radio stations – BBC, Vrij Europa en God weet hoeveel nog meer – ze vertelde, alarmeerde, dat zwarte wolken zich verzamelden boven het Roemeense territorium, dus de Russen hadden Roemenië omsingeld en wilden ook ons land doordringen. En zie nu hoe een mens van God de gehele natie redt!
God is mijn getuige dat wat ik jullie verteld heb, de woorden zijn van Vader Bunescu, die hij op zijn beurt weer heeft gehoord van de Heilige Vader Arsenie Boca. En als jullie willen, dan vertel ik jullie nog wat, om mijn verhaal geheel te maken. Eenvoudiger kan ik nu verwijten dat ja, ja, nu kan ik zeggen wat ik wil, want Bunescu leeft niet meer. Zo is het, maar Zijne Heiligheid Daniil Partosanu leeft nog, die mij veel heeft verteld een aantal jaar geleden, toen ik naar Italië wilde vertrekken. Hij was toen priester in Densuș.
Kluizenaar Johannes en Vader Arsenie
Ik wil jullie nog iets vertellen. Ik was daar, bij hem. Ik was van plan om hem te vertellen dat ik naar Italië ging en ik vroeg hem om zijn zegening. En weet je wat hij mij toen vertelde? Vader Daniil vertelde mij toen, nu Zijne Eminentie Daniil, een buitengewoon mens, die mij heel lief is, een man dicht bij mijn hart:
- Kijk, ik geef je mijn zegening, ga maar! Maar ik wil u nog iets vragen: heeft u Vader Arsenie ooit ontmoet?
Ik vertelde hem dat ik hem heb ontmoet en een aantal keer mee gesproken had. Zijne Eminentie zei toen:
- Aha, als dat zo is, dan zeg ik bij deze dat u niet naar Italië moet vertrekken zonder eerst het graf van de Vader te bezoeken om zijn zegening te vragen en hij zal u dan laten gaan. Waag het niet om te gaan zonder zijn zegening!
Ik zei dat ik langs zou gaan. Met dezelfde groep met wie ik toen in Densuș ben geweest, gingen we samen naar Prislop, maar het probleem is dat ik nooit ben aangekomen. Hoe dan ook, ik ben niet aangekomen! In plaats daarvan, ben ik langs het nonen klooster geweest, met de feestdag Onthoofding van Heilige Johannes de Dopper, ergens in Alba. Ik, woedend dat ik niet in Prislop was aangekomen en de datum waarop ik naar Italië zou vertrekken, kwam steeds dichterbij. Maar Moeder Overste had mij gezien dat ik woedend was. Ze kwam naar mij toe en vroeg:
- Vergeef mij dat ik het vraag, maar waarom ben je zo woedend?
Ik zei:
- Moeder, ik ben niet perse woedend, maar ik ben ook niet blij.
- Maar waarom?
- Kijk, ik was langsgegaan bij Vader Daniil en ik wou naar Prislop gaan, maar de auto is kapot gegaan en ik ben nooit aangekomen in Prislop, maar wel hier bij u.
- Daarover moet u zich niet opwinden. Ga daarheen, over de heuvel, naar de begraafplaats. Wij hadden hier een kluizenaar, Johannes, zo heette die. Ik vertelde aan Moeder dat Vader Daniil mij verteld had om naar Prislop te gaan om de zegening te krijgen van Vader Arsenie, zeker omdat ik hem persoonlijk heb gekend toen hij nog leefde en ik nog met hem aan de praat raakte. Moeder zei mij toen:
- Ga daarheen, en ga kijken op welke kruis Kluizenaar Johannes staat en vraag om zijn zegening.
- Ja oké, maar hij is niet de Heilige Vader Arsenie Boca.
- Ga maar en vraag het aan hem. Ik zal u daarna een gebeurtenis vertellen, maar pas als je langs de begraafplaats bent geweest.
Goed. Ik ging, ik vroeg om zijn zegening, maar er kwam niets… Ik voelde me alsof ik niks bereikt had. God, vergeef mij, en ook deze kluizenaar. Ik heb hem niet persoonlijk gekend, maar ik vertel wat ik heb gevoeld. Ik voelde niets. Ik wilde naar het graf van de Heilige! Nee, toen ik terug kwam, wachtte de moeder op mij en zei glimlachend:
- Kom, ik ga je een waargebeurd verhaal vertellen over Kluizenaar Johannes en Vader Arsenie Boca. Op een dag, besloot de kluizenaar naar Vader Arsenie te gaan, omdat hij vele verhalen had gehoord over hem. Toen hij was aangekomen bij de deur van de kerk, was de Vader aan het schilderen. Op een gegeven moment, Kluizenaar Johannes, die Heilige, zag met zijn geestelijke vergoddelijking – wat hij ook heeft gezien bij de Heilige Vader Arsenie Boca – hij draaide zich om en rende weg. Heilige Arsenie, een mens van God, met giften en giften van de Goede God, zei toen zijn naam, ook al was het de eerste keer dat de kluizenaar bij hem kwam.
- Johannes, waar ren je heen? Waarom ren je weg?
De kluizenaar draaide zich verlegen om en zei:
- Vader, ik zag je drie ellen boven de grond.
- Johannes, ik zag je vijf ellen boven de grond! Blijf hier, laten we praten.
Bepaalde buitengewone dingen zijn mij verteld! En er zijn nog zo velen waar niet over gepraat is! Buitengewoon!
Ik kwam aan in Prislop. Het sneeuwde hard! Weer iets buitengewoons en wat ik nu nog niet kan begrijpen, ook al verteld ik erover: beneden was het zo ontzettend koud met een ijskoude wind en boven, bij het graf, was het alsof je in een andere wereld was. Er was geen enkele wind en grote vlokken sneeuw vielen neer, net een sprookje! Een herfstachtige dag, maar buitengewoon aangenaam. Ik knielde neer, ik bad en vroeg om zijn zegening.
God en de Heilige Vader weten wat ik nu vertel en alles wat ik tot nu toe heb verteld. Ik voelde niet dat ik zijn zegening kreeg, maar ik zei:
Het komt op mij over alsof… En toen voelde ik het door mijn hele lichaam: Ga niet weg, nergens! Blijf hier! Ik zeg wat ik heb gevoeld… Maar als ik dit aan iemand vertel, dan zegt diegene dat die het niet begrijpt…
Vader Daniil, nadat hij me had verteld om de zegening te halen bij het graf van de Heilige, heeft hij mij nog een aantal dingen gezegd, een aantal waargebeurde dingen. In feite, alles wat hij mij heeft verteld is waargebeurd. Hij zei zo: Als je het volhoudt tot 15 augustus – Ik ging naar Italië in Juli – want zal moeilijk zijn, maar als je het volhoudt tot dan, tot 15 augustus, dan zal het leven zo mooi zijn daar, dat je niet meer zal willen vertrekken. En precies zo is het gebeurd.
Vader Pantelimon en Vader Arsenie
Er is veel, mens, veel te vertellen over Heilige Vader Arsenie… Vader Pantelimon, die in Ghighiu priester is geweest, wilde ontzettend graag ooit in Prislop arriveren om te dienen in de Heilige Liturgie. Hij had Vader Arsenie Boca al in zijn hart gesloten, voor een lange tijd al, namelijk sinds zijn tiener tijd. En hij ging.
De afstand tussen Ghighiu en Prislop heeft hij gedaan met de auto in 7,5 uur. Zolang heeft hij erover gedaan tot daar! Daar, heeft hij geparticipeerd in de Heilige Liturgie, samen met andere priesters. Daarna vertrok hij terug richting Ghighiu, met de bestuurder. Maar de hele weg terug, hebben ze het gevoel gehad alsof iemand achterin zat, vertelde Vader Pantelimon. Hij zei niks tegen de bestuurder, alleen van tijd tot tijd keek hij achterom om te kijken of er echt niet iemand zat. Er was niemand! Toen ze voor de poort stonden van het klooster, hoorde hij en de bestuurder en stem die zei: Joh, tot hier heb ik jullie gebracht. Vanaf hier, kunnen jullie zelf gaan.
En een absolute opmerking: afstand, zei Vader Pantelimon, van Ghighiu naar Prislop is 7,5 uur lang. Hij zei: De auto reed niet meer op asfalt, maar hij zweefde! Ik weet niet in hoeverre u mij geloofd – zei Vader Pantelimon -, maar we arriveerden binnen 3,5 uur en toen we weer voor de poort stonden, vlak voordat de auto stopte, hoorde ik een stem van achteren, waarvan ik al het gevoel had dat er iemand zat. De chauffeur bevestigde daarna, dat hij ook hetzelfde gevoel had zolang ze in de auto zaten, alsof er iemand achterin zat, maar hij schaamde zich om te vragen of de Vader hetzelfde voelde. En we hoorden beide zijn stem: Tot hier heb ik jullie gebracht. Vanaf hier, moeten jullie zelf gaan. Dus de afstand van 7,5 uur, hebben ze op de terugweg gedaan in 3,5 uur. Maar zoals de Vader zei: Ik weet niet hoe we gingen, ook al vraag ik het aan de chauffeur, hij weet het ook niet. We zweefden! We hoorden niks meer, geen motor, alsof we in een droom waren. En er werd gevraagd: Vader, zeg nog iets. En Vader zei: Ik zeg niks meer, want als ik zou vertellen en wat ik nog allemaal kan vertellen over de Heilige Vader en ik, dan zou de wereld mij niet meer geloven. Dan zou het niks meer betekenen…
Fragment uit het boek “ Vader Arsenie Boca, de Heilige van Transsylvanië”, Uitgeverij Agnos 2012
Van Romeo Petrasciuc