Zoals steeds vertrekken we ook dit jaar met hoge verwachtingen naar Roemenië. Zeker nu wij ook deel uitmaken van de groep, die de 30ste verjaardag van Vader Arsenie’s overgang naar de Hemel zullen herdenken. Zoals steeds zijn wij ook de eersten bij het nog lege busstation, waar een autocar de overige 50 bedevaarders iets te laat komt oppikken. Het is de ochtend van 27 november en we maken ons klaar voor een 350km-lange rit door het wisselende landschap van Roemenië, die slechts sporadisch onderbroken wordt door wat ‘een sanitaire stop’ wordt genoemd. We reizen met spoed naar het klooster van Prislop, waar Vader Arsenie op een heuvel begraven ligt tussen de monialen van het klooster.
Moeder-overste biedt mijn man en mij een kamer aan binnen het klooster. We zijn hier immers door de jaren heen ‘bekende gezichten’ geworden. De andere bedevaarders slapen in een nabijgelegen hotel. We rusten wat uit, frissen ons wat op en maken ons klaar om de lange nacht biddend door te brengen. Iets waar ik elk jaar opnieuw naar uitkijk. Het is zalig bij het graf van Vader Arsenie te verwijlen, zonder enig besef van tijd. Alsof de druk en drukte van deze wereld geen invloed meer op mij hebben en ik buiten de invloedsfeer van tijd en ruimte leef. Ik bid voor mijn vrienden, broers en zussen in het Geloof, die ik in mijn hart draag en in mijn herinnering koester. En ik schenk aan Vader Arsenie de rode vlinder, die Alexander, mijn 5-jarig neefje, met aandacht en trots heeft getekend.
Om 20 u. beginnen de avondgebeden, de vespers. Voor deze dienst, speciaal voor Vader Arsenie, loopt de kerk vol. Het gebouw is te klein voor de talloze aanwezigen, maar we kunnen buiten de dienst volgen via de opgehangen luidsprekers. Het is koud, de temperatuur ligt tegen het vriespunt aan, maar alle aanwezigen voelen de gloed van het gedragen gebed en van het gedeelde enthousiasme. Al zal de warme skikledij ook wel een grote rol hebben gespeeld.
Om middernacht begint de Heilige Liturgie. De duisternis ligt als een donker deken rond de kloosterkerk. Gebeden en gezangen stijgen ten Hemel als balsem voor menige ziel. Ook ik ben erg onder de indruk. Ik wandel ettelijke malen de heuvel op en sluit me telkens even aan bij de schare gelovigen, die er biddend de nacht doorbrengen. Mijn spieren doen pijn en ook de nood aan slaap laat zich voelen, maar het vooruitzicht van het ontvangen van de Communie doet me volhouden. Tot Dominique, mijn man, en ik rond 03u. moe, maar gelukkig, de stilte van onze kamer kunnen opzoeken om er te genieten van een (te) korte slaap.
Om 7u. begint de Oliewijding, gevolgd door een Liturgie voor de zielenrust van Vader Arsenie. Velen hebben de nacht ter plekke doorgebracht, maar duizenden melden zich nu voor deze diensten. Het golvende landschap biedt een indrukwekkend uitzicht over de mensenzee, die zich verzameld heeft in het klooster om hun ‘Heilige van Transsylvanië’ te gedenken. Hij is nog steeds (en allicht ook steeds meer) geliefd bij de Roemeense bevolking, die Vader Arsenie reeds tijdens zijn leven voor een ‘heilige’ aanzag. Hoe betreurenswaardig is het dan ook dat de Synode van de Roemeense bisschoppen een gunstige beslissing ter zake blijft uitstellen.
Na de liturgie vertrekken we, zij het spijt in ons hart, terug naar Boekarest, waar we nog enkele dagen zullen verblijven. Op de bus is het stil. De vermoeidheid weegt door, de diensten laten hun sporen na. Het besef van zegening en het ervaren van een diep en tijdloos geluk evenzeer.
In Boekarest staat een theatervoorstelling in het Nationaal Theater op het programma. Ik ben meer onder de indruk van het klassieke concert in het Roemeens Atheneum (Ateneul Român), een adembenemend bouwwerk, dat ook in het leven van de jonge Zian -dat was de wereldse naam van Vader Arsenie- een belangrijke rol speelde.
Het Roemeens Atheneum is een concertgebouw in het midden van Boekarest. Het gebouw dateert uit 1888 en geeft onderdak aan het filharmonisch orkest dat naar George Enescu is vernoemd en van wie overigens ook een standbeeld vóór het gebouw staat. Het Roemeens Atheneum werd in 1865 opgericht door Constantin Esarcu, V. A. Ureche en Nicolae Crețulescu. Een deel van de fondsen voor de bouw werd bekomen door het innen van abonnementsgeld gedurende 28 jaar onder de slogan "Dați un leu pentru Ateneu!" ("Geef een leu voor het Atheneum!")
Het Roemeens Atheneum is ontworpen door de Franse architect Albert Galleron en tussen 1885 en 1888 gebouwd. Overheersend is de neoklassieke bouwstijl, aangevuld met romantische elementen. Op de begane grond bevindt zich een congreszaal met dezelfde afmetingen als het auditorium erboven, dat ruim 650 zitplaatsen telt.
Op 29 december 1919 was het Atheneum het decor voor de conferentie van Roemeense leiders, die bijeenkwamen voor de ratificatie van de vereniging van Bessarabië, Transsylvanië en Boekovina met het Koninkrijk Roemenië, waardoor de stichting van Groot-Roemenië werd gerealiseerd.
Onder de koepel, rond de zaal, bevindt zich een fresco van 3 m hoog en 75 m lang, geschilderd door Costin Petrescu. Het stelt enkele taferelen voor uit de roemrijke geschiedenis van de Roemenen, vanaf de verovering van Dacia door de keizer Traian, tot het bewind van Stefan cel Mare, de vereniging van Mihai Viteazul, Cuza's regering, de onafhankelijkheidsoorlog en de koninklijke periode onder Carol I en Ferdinand. Het fresco werd tijdens het interbellum onder Carol II gerealiseerd en had dezelfde ‘voorbeeldige’ rol als de talrijke bijbelse taferelen op de muren van de kerkgebouwen. Het fresco vertelde (en vertelt nog steeds) een didactische les over de grootsheid van de vaderlandse helden, ook voor wie niet heeft gestudeerd.
Het tafereel van de intrede van Mihai Viteazul in Alba Iulia werd in die dagen geschilderd door de talentvolle Zian Boca, een toenmalige leerling van Costin Petrescu. Zian zou later onze geliefde Vader Arsenie worden, die als geestelijk leider geprezen zou worden en die jarenlange gevangenschap door het Communistische Regime zou overleven. Misschien, wie weet, kunnen we binnenkort een fresco over een wereldlijk tafereel bewonderen, dat door een heilige werd geschilderd…
We bezochten ook de kerk van St. Elefterie, waar Vader Arsenie boven het Altaar het icoon van de Maagd Maria schilderde, waar zij haar Zoon in gevangeniskledij (!) aan de gelovige toeschouwer toont. Een veelzeggend symbool! Ik ontdek er ook een warme ruimte vol prachtige en kleurrijke iconen, badend in een teder en lieflijk licht.
En ik leer St. Elefterie kennen, wiens gelaat mij tot onze Heer en Heiland Jezus Christus brengt.
Op een niet te verwoorden wijze brengt elke bedevaart naar Vader Arsenie mij telkens opnieuw, zij het op een steeds andere wijze, in contact met een onaardse en bovennatuurlijke werkelijkheid, die deze aardse realiteit doorstraalt en een diepere betekenis geeft. Iets van een intensere liefde, die elke mensenziel raakt en voedt. Misschien een uitnodiging én een uitdaging voor jou, die deze te kleine woorden leest…?