Het lawaai van deze wereld en het geraas van betekenisloze verlangens verdoven de oren van de mensheid en ze overstemmen de roep van het geweten, dat zich richt op de noden voor een eeuwig leven. Mensen kunnen nog nauwelijks deze hemelse, verre stem onderscheiden: hun doofheid neemt toe en de liefdevolle stem neemt in kracht af. De barmhartige God wenst echter niet dat de mensheid aan onrust verloren gaat en daarom roept Hij vanuit de andere wereld de mensen op door de stem van Zijn dienaren. De stem, die mensen aanzet in God te geloven, is niet de stem van de priesters. Het is de stem van God, die spreekt door de priesters en de mens oproept zijn leven te veranderen. Eeuwenlang riep God de mens door de priesters, de Levieten, de Wet en de Profeten, m.a.w. door een nog zuiverder geweten, dat de (op)roep van God niet verstoorde. In de volheid der tijden kwam God tot ons in God de Zoon of God het Woord.

Wie riep ooit de mensen (op) met meer tedere woorden dan Jezus? Niemand. Hij nodigde Zijn toehoorders uit God te ontmoeten als Vader en hun medemens te ontmoeten als Zijn zonen en broeders… Ook Jezus riep de mensen (op) met een hemelse stem en niemand deed op zo’n mysterievolle en geloofwaardige wijze als Hij. Christus brandde immers van verlangen om, net als de Vader, de mensen ontferming te bieden.

 Door Zijn glorierijke Opstanding verkondigde Hij het Hemelse Koninkrijk en de overwinning over de dood. Hij bracht de Blijde Boodschap en de ontdekking van de grootste vreugde op aarde. Vanaf dat ogenblik en doorheen alle tijden hebben Zijn leerlingen Christus als Koning van de Hemel gepredikt en ze waarschuwden de mensen hun levenswijze te veranderen en zo terug te keren naar de Tafel van de Heer in hun oorspronkelijk Vaderland. Als priesters en dienaren van de Heer getuigen wij niet van ons eigen priesterschap of het priesterschap uit het Oude Testament, maar wij getuigen van het Goddelijk Priesterschap van Jezus Christus. Als priesters en dienaren van de Heer roepen wij de mensen niet (op) op een menselijke wijze, maar het is de barmhartige God, Die Zijn kinderen (op)roept met de menselijke stem van Zijn sterfelijke dienaren. Priester verkondigen zichzelf niet. God spreekt door de mens. Hij is de Ene, Die ons redden kan en recht tot spreken heeft. Als wij de priesters met een verlicht geweten beluisteren en gehoorzamen, dan volgen wij God. Deze dringende (op)roep is niet de kreet van een mens, maar de wil en de schreeuw van God door Zijn heiligen. Heiligen kennen wij niet, maar wij kennen wel de priesters. Zij zijn de mensen, die de kracht hebben ontvangen om Gods Woord te verkondigen. Hun verantwoordelijkheid is groot en hun zwijgen is kan nooit verantwoord worden.

Iemand zei echter terecht dat de langste weg op aarde loopt van het oor naar het hart. Niemand ziet het einde van die weg. Daarom voorzag God in Zijn barmhartigheid een nog indringender (op)roep voor de mensen, opdat niemand zou verloren gaan. Het oog van het geweten is immers blind geworden en het oor begrijpt niet langer de stem van de evangelisatie, de stem van het Woord, Dat elk woord te boven gaat.

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven