Hij is “de ene”, die zal komen in eigen naam, en niet in Gods naam, om alle mensen op aarde onder zijn heerschappij te brengen. “Hij” zal het koningschap aanvaarden “over al de koninkrijken ter wereld en hun heerlijkheid.”1

Christenen-in-naam zullen hun geest week en onstabiel gemaakt hebben door talrijke overtredingen en hiermee het gebod van Paulus hebben overtreden: “Dooft de Geest niet uit.”2 De “lafhartigen”3 zullen zich “laten misleiden”4 en zich schikken naar alle wensen van de duivel. Ze zullen de hellebeker drinken, “want trouw vindt men niet bij allen.”5 Omdat zij niet de levenreddende liefde voor de Waarheid koesteren, wordt hun leven doordrenkt van de zonde, waardoor Satan aangemoedigd wordt allerlei tekenen en schijnwonderen te etaleren en hen op listige wijze te misleiden. Omdat zij liever en vaker de zonde dan God liefhebben, zullen zij worden getroffen door een krachtig waanidee, “die bewerkt dat zij de leugen geloven.”6 Wie echter de waarheid niet gelooft, maar zijn plezier vindt in ongerechtigheid, zal worden veroordeeld.

De Joodse hogepriesters en ouderlingen werden door de duivel aangezet de Heer te kruisigen en Zijn hiel te “vermorzelen”7, maar verder kon zij Hem niets doen. Integendeel: door Zijn kruisdood kon Christus afdalen tot hen, die gevangen gehouden werden, en hen bevrijden van hun eeuwige kluisters. Dit betekende een immens verlies voor de hongerige hel. Sindsdien waart de duivel rond als een briesende en brullende leeuw. Hij zoekt listige manieren om de mensheid te overtuigen de feiten van de heilsgeschiedenis en de boodschap van onze Heiland niet te geloven. De demonen zullen “die ene” uit hun leiders aan de mensheid presenteren, zoals er sinds mensenheugenis reeds “vele antichristen”8 zijn opgestaan, vanaf de tijd van de Apostelen tot de dag van de Antichrist, die alle volgelingen van Christus van het aardoppervlak zal vegen door hen te vervolgen, op te hangen, te kruisigen en op alle mogelijke wijzen om het leven te brengen. Als troost en waarschuwing getuigt de Bijbel: “Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt.”9  

Zoals een Kerkvader ons leert, zal de Antichrist niet alleen bekommerd zijn om zijn eigen verwezenlijkingen. Hij wil met absolute zekerheid het geloof uitroeien. Hij zal derhalve niet rusten tot de dag aanbreekt, waarop hij God heeft vernietigd en hij Hem uit het hart en de geest van elke overlevende gelovige heeft verjaagd. De enige trofee die de duivel nastreeft, is Gods territorium overnemen door zijn beestachtig gelaat met zijn hellezwaard te kerven in de ziel der mensheid en er de gelijkenis en het beeld van God te vervangen.

De Antichrist is niet tevreden met het misleiden van mensen en het uitstellen van hun bekering tot morgen, overmorgen of tot op nog latere datum. Hij vecht wanhopig tot het einde, tot zijn viervoudig doel is bereikt:
                       1. de dood van God
                       2. de dood van Zijn leer
                       3. de dood van alle Christenen
                       4. de dood van de Kerk (de Goddelijke Liturgie)
In de dagen van de Antichrist zal Satan al zijn krachten op aarde ontketenen. De folteringen zullen alle vervolgingen en martelingen van Christenen vanaf de eerste Kerk in gruwelijkheid overtreffen.

Dit alles zal bij de Christenen resulteren in een afwijzen van elke vorm van haat of naijver: ze zullen optreden als één groep, zoals ten tijde van Christus. De mensheid kan zichzelf nooit ontdoen van plagen en rampen, tenzij het laatste gebed van onze Heiland op aarde wordt gehoord, nl. dat allen één zijn. Allicht is het aantal Christenen in die dagen erg klein, maar zij die overleven, zullen de ervaring van de Christenheid moétén doormaken, zoals het steeds gebeurde: als één volk.

De wereld verkeert reeds in groot gevaar en de eenheid der Christenen laat nog steeds op zich wachten. Hoelang nog, Heer?

Wanneer overtredingen het hart en de geest van de mensen zullen verzieken, zal de nefaste gedachte veld winnen dat God niet bestaat en dat de Kerk en haar priesters van geen enkel nut zijn. Op dat ogenblik raken de mensen “volkomen hun verstand kwijt.”10  Dan is het einde nakend.

1 Mat. 4,8-9
2 1Tes. 5,19
3 Openb. 21,8
4 2Tes. 2,3
5 2Tes. 3,2
6
2Tes. 2,11
7 Gen. 3,15
8 1Joa. 2,18
9 Mal. 4,5
10 Luc. 6,11

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven