Bekijken wij tenslotte het getuigenis van de Bijbel over Saul’s tekortkomingen en de straf voor zijn ongehoorzaamheid. We vinden er de vervulling terug van de voorzegging van de boze geest, die tijdens een spirituele sceance als Samuël verschijnt en Saul misleidt:
1Samuël 31:
3. Daarop werd de strijd voor Saul te zwaar. Toen de boogschutters hem onder schot kregen, beefde hij zeer voor de schutters.
4. En Saul zeide tot zijn wapendrager: ‘Trek uw zwaard en doorsteek mij daarmee, opdat deze onbesnedenen niet komen en mee doorsteken en de spot met mij drijven.’ Maar zijn wapendrager wilde niet, omdat hij ervoor terugschrok. Daarop nam Saul zijn zwaard en stortte zich er in.
5. Toen zijn wapendrager zag dat Saul dood was, stortte hij zich ook in zijn zwaard en stierf met hem.
6. Zo stierven op die dag Saul, zijn drie zonen en zijn wapendrager, ook al zijn mannen, tegelijk.
1Kronieken 10:
13. Zo stierf Saul, omdat hij de Heer ontrouw was geweest, omdat hij het woord des Heren niet in acht had genomen, ja, zelfs de geest van een dode ondervraagd en geraadpleegd had,
14. En niet de Heer had geraadpleegd. Daarom doodde Hij hem en deed het koningschap overgaan op David, de zoon van Isai.
Zo startte Saul’s pad naar zijn ondergang bij zijn ongehoorzaamheid en gebrek aan berouw. Het leidde hem, beroofd van elke respect voor God, tot bij de dood en stortte hem in de ravijn van eeuwige vernietiging. Zo vergaat het de geest die, bedwelmd door de nevel der ijdelheid en levenslange eigenliefde, het licht van raadgeving weigert. Hij begaat fout na fout en komt hierdoor in een steeds grotere rampspoed terecht. Onder deze last van smart en pijn worden ongehoorzame en hardleerse mensen tot wanhoop gedreven en zoeken zij hun heil in zelfmoord. De onderwereld zwelgt hen in, er is geen hoop meer op een terugkeer. Er bestaat immers geen vergeving voor zelfmoord, niet in de huidige tijd, noch in de komende eeuwigheid. De Kerk verbiedt ten strengste te bidden voor vergiffenis voor hun wandaad. Daarom benadrukken de Heilige Vaders ook dat het loon van de ongehoorzamen het verlies van hun redding is. Zij getuigen ook dat God mensen soms geen raad meer geeft, omwille van hun herhaalde fouten. Dat bevestigt ook de Bijbel, om dezelfde reden: “Aan de priester zal een aanwijzing ontbreken en raad aan de oudsten.”1
Wederom belijden we dat God niemand wil verliezen. Hij riep Saul, maar Saul wilde het niet begrijpen. Hij riep zelfs Judas, maar deze wilde niet komen.
1 Eze. 7,26.