“In den beginne was het Pad…”
Zoals bij het pad de voetstap hoort, zo hoort het wiel bij de weg. Het pad gaat de weg vooraf en is er de grondlaag van. De weg is de voltooiing van het pad, zijn bekroning. Paden voeren altijd naar een weg en elke weg krijgt betekenis door deze paden. Een weg doet denken aan een vlakte of een heuvel, een pad verwijst eerder naar een hoge berg. Een weg verbindt kernen van dorpen en steden, een pad verbindt huizen, tuinen en buurten.
De Kerkvaders getuigen: “Als er geen pad meer loopt van huis tot huis, dan staat het einde van de wereld voor de deur.”
Eee weg is horizontaal, gewoon en alomtegenwoordig, terwijl een pad verticaal, buitengewoon en uitzonderlijk. Het einde van een weg is een poort, het einde van een pad is een deur. “Alle wegen leiden naar Rome”, zegt het spreekwoord, maar alle paden leiden naar Jeruzalem. Van Jeruzalem naar Jericho leidt de weg van de man, die in de handen viel van rovers.¹ Van Jeruzalem naar Bethlehem leidt de weg van de Wijzen, die de Heiland eer betuigden en Hem geschenken aanboden.² Van Jeruzalem naar Bethanië leidt de weg van Lazarus³ en onze spirituele opstanding in vijftien stadia. Van Jeruzalem naar Emmaüs leidt de weg van Lucas en Cleopas4 naar het Mystieke Avondmaal met de Opgestane Christus. Van Jeruzalem naar Gaza5 leidt de weg van Filippus, de heilige aartsdiaken, die er het Evangelie predikte en de Ethiopische kamerling met water doopte. Van Jeruzalem naar Samaria6 leidt de weg van de Mysteries of de weg van de Apostelen Petrus, Jacobus en Joannes die er de gelovigen door handoplegging de Heilige Geest schonken. Van Jeruzalem naar Damascus leidt de weg van de Apostel Paulus7. Van Jeruzalem naar Antiochië leidt de weg van de Profeet Agabus, die in de Geest de hongersnood voorzegde, die de wereld zou geselen tijdens de regering van Keizer Claudius.
† Daniil
Waarnemend Bisschop van Dacia Felix
- Luc. 10,30
- Mat. 2,8-9
- Jo. 11,43
- Luc. 24,13-35
- Hand. 8,26-39
- Hand. 8,14-17
- Hand. 9,3-20