Johannes was de laatste gezant die God naar Israël uitzond.

Hij had de missie om de Messias – Jezus – aan het hart van Israël te tonen en om Zijn pad ernaar te effenen.

Aangezien Johannes “in de geest en kracht van Elias” – de meest toornige profeet – handelde, begreep men ineens diens woeste felheid ten aanzien van zonden.

In de woestijn van de Jordaan riep Johannes duidelijk en vol van vertrouwen uit: “Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen!”

Johannes hekelde de landwijde corruptie die van de laagste tot de hoogste regionen heerste.

Iedereen was verontrust door Gods plechtige waarschuwingen. Menigten stroomden toe om hun zonden te op te biechten en om door Johannes gedoopt te worden. Door de mensenmenigten heen slopen er veel schriftgeleerden en Farizeeën rond, die de gelegenheid te baat namen om zich ten overstaan van de menigte als de heiligsten der mensen te doen voorkomen. Hun geheimgehouden schuldigheid bleef niet verborgen voor Johannes’ ogen. De Geest van God onhulde aan de profeet dat zij opportunisten waren. Ze deden zich voor als vrienden, zodat zij bij de komst van de Messias verzekerd zouden zijn van hun waardigheid.

"Adderengebroed! Wie heeft u laten weten dat u moet vluchten voor de komende toorn?” Zonder de vruchten van bekering kunnen jullie niet ontsnappen!

Een geloofsbelijdenis doen zonder dat je je leven op orde brengt, heeft geen waarde: toen niet, en nu niet.

God is als vuur voor de zonde! (...)

 

Fragmenten uit: Vader Arsenie Boca - "Levende Woorden", Charisma Uitgeverij, Deva, 2006, pp. 326-327.

 

Ga naar boven