28 JUNI 2020 – ZONDAG 3 NA PINKSTEREN. OVER DE ZORGEN VAN HET LEVEN.
Mattheüs 6:22-33
De derde zondag na Pinksteren staat in het teken van de aanhoudende roepstem van de Heiland om – voordat we ons bekommeren om onze lichamelijke behoeften – te zoeken wat de ziel het meest nodig heeft: het Hemels Koninkrijk.
De ‘zorgen van het leven’ verwijzen niet alleen naar de behoeften van het aardse leven, vanuit het materieel oogpunt, maar ook naar de zorg voor degenen in het hiernamaals. Daarbij worden we uitgenodigd om vooral om te zien naar de behoeften van de ziel.
Op een dieper vlak moeten we ons vooral bezighouden met de materiële en spirituele zorgen die ons naar het pad van de hemelse redding leiden. Er wordt vaak gezegd dat ‘de mens is wat hij denkt’, of dat ‘de mens is wat hij eet’, enzovoorts. Elk van deze beweringen zijn op hun eigen manier geldig. Maar we willen eraan toevoegen dat ‘de mens het resultaat van zijn zorgen is’. En overeenstemmend met het beginsel van ‘in het leven zul je vinden waar je naar gezocht hebt’, geloven wij dat wij in hoge mate getekend worden door de aard van onze zorgen.
Wij zijn materialisten als we ons alleen om het materiële bekommeren. En wij zijn spiritueel als we om het spirituele geven. Aldus zal het soort zorgen dat we hebben de bron zijn voor ons geluk of ons ongeluk. Als we ons enkel met het vluchtige bezighouden, blijven we altijd rusteloos, paniekerig, ontevreden – in een woord: ongelukkig.
Laat ons onze blik op de tekst van het Evangelie richten en proberen een beter begrip te verkrijgen van enkele van de woorden die onze Heiland Jezus Christus sprak: “De kaars des lichaams is het oog…” (Mattheüs 6:22).
Met ‘het oog’ bedoelen we hier niet alleen het gezichtsvermogen, maar ook de geest en het begrip. De ogen zijn als vensters: door hen kijken we naar de wereld, maar we worden ook bekeken. Het goede of het slechte, licht of duisternis, wijsheid of dwaasheid kunnen daarom door middel van het oog worden gezien.
“Niemand kan twee heren dienen...” (Mattheüs 6:24): je kunt niet God en Mammon tegelijk dienen. Óf je bent bij God óf je bent bij Mammon. Bepaal dus aan welke kant van de barricade je wilt verblijven!
“En gij, zoekt niet wat gij eten of drinken zult en weest niet verontrust, want naar al deze dingen gaat het zoeken van de volken der wereld uit” (Lucas 12:29-30).
Evenmin mogen materiële goederen op zichzelf worden veroordeeld als ze oprecht worden verkregen en op een christelijke manier worden beheerd. 'Ik veroordeel de rijken niet’, zegt Sint Johannes Chrysostomus, ‘maar degenen die tot slaaf worden gemaakt door rijkdom.’
Tot slot moeten wij ons herinneren dat wij, als aardbewoners, zo veel voor het materiële zullen zorgen als nodig is om een fatsoenlijk, gezond en evenwichtig leven te leiden, maar dat onze voornaamste zoektocht altijd gericht zal zijn op die zaken die de ziel het meest nodig heeft.