28 FEBRUARI 2021 – DE VERLOREN ZOON
Luk. 15:11-32
Deze spreuk kon God alleen zeggen. Immers, de menselijke taal is niet in staat op een eenvoudiger, simpeler en diepzinniger manier uitdrukking te geven aan de gehele tragedie van de mensheid, waarover Hij een oceaan van liefde en wijsheid heeft uitgestort.
We herkennen ons allemaal in deze verloren zoon, die van Gods eer gevallen is tot de “rang” van een vervallen varkenshoeder wiens ziel in vodden gehuld is.
Zijn vader respecteerde zijn zoons recht op diens deel van het fortuin, hoewel die het als geschenk zou ontvangen. Hij respecteerde zijn zoons vrijheid: een geschenk waarmee de mens onvermoede stadia van perfectie kan bereiken, maar ook kan afdalen tot de grootste morele misvorming.
Aan “Het Laatste Avondmaal” – het beroemdste schilderij uit de Renaissance – heeft Leonardo da Vinci 12 jaren lang gewerkt. Hij moest lang zoeken naar een model voor Jezus. Uiteindelijk vond hij dat in een jonge man, met een knap gezicht, goedaardig, zachtaardig, met een grote ziel en stralend van liefde: een waardige opvolger van Jezus. De andere apostelen vond hij gemakkelijker, met uitzondering van Judas. Die moest het model van wantrouwen, het gif van afgunst, de boosaardigheid en het verraad uitdrukken.
Bijna twaalf jaar eerder was hij aan het schilderij begonnen, toen hij in Milaan een man ontdekte die er precies zo uitzag als hoe Leonardo hem zich had voorgesteld.
Hij betaalde hem als model en bracht hem naar de refter van het klooster, waar hij het “Het Laatste Avondmaal” schilderde. Hij stond model voor Judas: donker gelaat en ook zo in de ziel, verweerd door hartstochten; een vulkaan van haat en ongeloof. Het schilderij was bijna gereed. Op het moment dat er een vreselijke onrust in de ziel van "Judas" heerste, onderbrak hij de schilder plotseling en zei tegen hem: "12 jaar geleden, toen je Jezus schilderde, was ik ook het model!" Leonardo riep verschrikt:
"Bent u dezelfde?!"
Verder vertelt de geschiedenis ons niets, maar het is duidelijk wat er gebeurd was...
Het feit is dat hoezeer men ook ondergedompeld wordt in goddeloosheid, hoeveel hel er ook in de ziel huist, hoeveel varkenskuddes men ook op zijn wang heeft geschilderd, God gelooft nog steeds in Zijn zoon, de mens, en hij is niet helemaal verloren.
We worden het wachten op de terugkeer van een kind, een broer, een dronken vader beu, maar God ontmoedigt niet. God volgt je met Zijn toegeeflijke liefde, in welk land je ook gaat. Liefde is als God: zij kent geen grenzen. Eén van de Heilige Vaders zegt duidelijk: "Jezus volgt alle mensen, ongeacht hoe ver ze vluchten, om ze te komen ophalen en terug te brengen naar huis. En Hij doet dat tot aan het einde der wereld.”
Fragment uit: Vader Arsenie Boca - "Levende woorden", Uitgeverij Charisma, Deva, 2006, pp. 31-32.
Lukas 15:11-32
15:11 En Hij zei: Een zeker mens had twee zonen.
15:12 En de jongste van hen zei tegen zijn vader: Vader, geef mij het deel van de goederen dat mij toekomt. En hij verdeelde zijn vermogen onder hen.
15:13 En niet veel dagen daarna maakte de jongste zoon alles te gelde en reisde weg naar een ver land en verkwistte daar zijn vermogen in een losbandig leven.
15:14 En toen hij er alles doorgebracht had, kwam er een zware hongersnood in dat land en begon hij gebrek te lijden.
15:15 En hij ging heen en voegde zich bij één van de burgers van dat land, en die stuurde hem naar zijn akkers om de varkens te weiden.
15:16 En hij verlangde ernaar zijn buik te vullen met de schillen, die de varkens aten, maar niemand gaf hem die.
15:17 En nadat hij tot zichzelf gekomen was, zei hij: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed en ik kom om van honger.
15:18 Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u.
15:19 En ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden. Maak mij als één van uw dagloners.
15:20 En hij stond op en ging naar zijn vader. En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem.
15:21 En de zoon zei tegen hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u. Ik ben niet meer waard uw zoon genoemd te worden.
15:22 Maar de vader zei tegen zijn slaven: Haal het beste gewaad tevoorschijn en trek het hem aan en geef hem een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten.
15:23 En breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn.
15:24 Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen vrolijk te zijn.
15:25 Zijn oudste zoon nu was op de akker. En toen hij dichter bij huis kwam, hoorde hij muziek en reidans.
15:26 En nadat hij één van de knechten bij zich geroepen had, vroeg hij wat er aan de hand was.
15:27 Deze nu zei tegen hem: Uw broer is gekomen en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem weer gezond teruggekregen heeft.
15:28 Maar hij werd boos en wilde niet naar binnen gaan. Toen ging zijn vader naar buiten en spoorde hem aan.
15:29 Maar hij antwoordde en zei tegen zijn vader: Zie, ik dien u al zoveel jaren en heb nooit uw gebod overtreden en u hebt mij nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden vrolijk te zijn.
15:30 Maar nu deze zoon van u gekomen is, die uw bezit met hoeren opgemaakt heeft, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.
15:31 En hij zei tegen hem: Kind, jij bent altijd bij mij en al het mijne is van jou.
15:32 Wij zouden dan vrolijk en blij moeten zijn, want deze broer van jou was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden.