DE DWAZEN
Lukas 12:16-21.
Er zijn twee soorten mensen die God als dwazen heeft gekenmerkt: zij die zeggen ‘Er is geen God’ (Psalm 52:1), en de rijken, wier buik geheel hun god is (Filippenzen 3:19).
In hen leeft een en dezelfde misvatting, namelijk de loochening van enig menselijk doel of van enige bestemming boven deze wereld en haar buik. De loochening van een opperheerschappij over Hemel en aarde staat gelijk aan de prediking van de heerschappij van toeval, chaos of universele anarchie.
Maar de wereld is in orde. Dit bewijst dat er leiding over haar is. Doch de geest die geen meester in de wereld ziet, bestaat zonder enige orde. De geest die denkt dat er geen God is, valt in zijn eigen vonnis: hij zal zichzelf moeten loochenen. Want: door uit alle macht te vechten tegen iets dat niet bestaat, bewijs je de dwaasheid van deze strijd; je bewijst de onzin ervan, de absurditeit ervan en dus ook de absurditeit van de geest die de aanvoerder ervan is.
De tweede 'dwaas' is de rijke man, die het vergezicht op zijn doelstellingen op aarde vernauwt tot de grootte van zijn buik – zelfs als deze buik de aarde zou verzwelgen. Bovendien zal zo'n rijke man proberen iedereen ervan te overtuigen dat dit alleen het enige doel van het leven op aarde is. Een dergelijke opvatting over de mens en zijn uiteindelijke bestemming vormt de kern van een soort verstandsverbijstering. Deze vlaag van verstandsverbijstering zal uitlopen op de overtuiging dat de mens zelf ‘de god van deze eeuw’ is (2 Korintiërs 4:4).
Dus op het moment dat de rijke man in zo’n vlaag van verstandsverbijstering denkt dat zijn land, de wereld, hem eindelijk gelukkig zal maken, zal hij zijn ziel met groot kabaal verliezen omdat hij, eenmaal op het hoogtepunt van zijn rijkdom, door de dood weggerukt zal worden. God kan niet blíjven toestaan dat de mens zijn gezichtsvermogen tot naar zijn buik vernauwt. De mens is namelijk voorbestemd voor andere vergezichten; vergezichten op het Koninkrijk Gods, op zijn eeuwigheid en op zijn vergoddelijking in het komende tijdperk.
Bovendien:
Aan het einde van de geschiedenis zullen deze twee dwazen, de rijkaard en de atheïst, met elkaar in gevecht raken omdat elkeen de alleenheerser over het land wil zijn: de ene met als doel alle mensen uit te buiten voor het vetmesten van zijn gouden kalf, en de andere met als doel God van het auteursrecht van de wereld te onteigenen.
Het demonische plan van de atheïst is sterker dan dat van de rijkaard, en de atheïst zal 'winnen'.
En dan blijft er de derde categorie mensen over: die mensen ‘die rijk zijn geworden in God’; naar wie de Satan, vanuit de dwaas, met zijn ultieme woede zal grijnzen, vol van verlangen om met die mensen elke herinnering aan God op aarde uit te blussen. Dit zal de laatste strijd zijn die God met vuur zal blussen, en de wereld zal branden.
Maar wij, laten we onszelf verrijken in God: Hem overdenken, Hem liefhebben, met Hem ter communie gaan, ons ertoe aan te zetten te denken en lief te hebben zoals Hij, onder alle omstandigheden die het leven ons biedt.
Dit is de ware rijkdom die ons niet afgenomen zal worden.
Fragmenten uit: Vader Arsenie Boca - "Levende woorden", Uitgeverij Charisma, Deva, 2006, pp. 209-21.
Lukas 12:16-21.
12:16 En Hij zei tot hen een gelijkenis en sprak: Het land van een rijke man had veel opgebracht.
12:17 En hij overlegde bij zichzelf en zei: Wat zal ik doen? Want ik heb geen ruimte om mijn vruchten op te slaan.
12:18 En hij zei: Dit zal ik doen: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen en ik zal daarin al mijn koren en al mijn goederen opslaan.
12:19 En ik zal tegen mijn ziel zeggen: Ziel, u hebt veel goederen liggen voor veel jaren. Neem rust, eet, drink en wees vrolijk.
12:20 Maar God zei tegen hem: Dwaas! In deze nacht zal men uw ziel van u opeisen; en wat u gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn?
12:21 Zo is het met hem die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God.