21 MAART 2021 – DE ZONDAG VAN DE ORTHODOXIE
JOHANNES 1:43-51
In het leven van Jezus zijn er twee Thomassen. De ene is Nathanaël, van het begin van het optreden van de Heiland, en de tweede is Thomas, van het einde ervan. De eerste herkent Hem als de Koning van Israël en de Zoon van God, en de tweede herkent Hem als zijn Heer en zijn God.
Nathanaël herkent in Jezus de ideale menswording van de Messias.
Jezus noemt zichzelf de Mensenzoon, dat wil zeggen, de mens zoals God die oorspronkelijk had uitgedacht: de mens naar wie wij moeten streven.
Nathanaël herkende in Jezus het icoon van de mens!
(…)
In de achtste eeuw van onze jaartelling heerste er onder meer een grote strijd om de iconen. Er was een oecumenisch concilie voor nodig, het laatste concilie, het zevende, om de verering van de heilige iconen te verdedigen. En dan waren er de Joden die bij de koningen hun beklag over de iconen kwamen doen, omdat deze zouden staan voor gesneden beelden en houtaanbidding. Hoewel het kwaad beëindigd werd en de iconen weer eeuwenlang vereerd zouden worden, worden ze vandaag de dag opnieuw schuldig bevonden. Destijds werd er beweerd dat zij een verkeerde aanbidding van God zouden vertegenwoordigen. Tegenwoordig worden ze ervan beschuldigd dat zij aan God doen denken.
Maar er is nog een andere icoon in gevaar: de icoon van Jezus, die wij elk van ons binnen in onszelf dragen. Want sinds de Doop zijn wij elkeen voorbestemd om een icoon van Jezus te zijn. De huidige strijd tegen deze icoon van Jezus binnen in de mens is heviger dan die strijd van voorheen, die tegen de heilige iconen gevoerd werd.
Er woedt een strijd tegen de icoon van de mens!
- Waar zijn zijn verdedigers?!
Fragmenten uit: Vader Arsenie Boca - "Levende woorden", Uitgeverij Charisma, Deva, 2006, pp. 333-334.