8 MAART – ZONDAG VAN DE ORTHODOXIE.

(Johannes 1,43-51)

 

       Dit is hoe de eerste "vondsten" van de Grote verwachte hadden verlopen. 

       De eerste was de Maagd Maria van Nazareth, vervolgens de rechtvaardige Jozef. De derde was Johannes de Doper, die zijn discipelen laat zien, zeggende: "Zie het Lam van God."

       Een van de discipelen was Andreas, die God in Jezus erkent. Hij rent naar huis en vertelt Simon - wie zou Peter zijn: "Ik heb de Messias gevonden!"

       De volgende dag, op weg naar Galilea, vindt Jezus Filippus, die hij riep: "Ga met mij mee." Van vreugde vindt hij Natanaël die had een reserve. En hij vraagt ​​aan Jezus: "Waar kent u mij van?" In het leven van Natanaël was een geheim dat niemand kende, behalve hij en zijn moeder. Hij ontsnapt aan de woede van Herodes, verborgen door zijn moeder, drie dagen na zijn geboorte, onder de vijgenbladeren.

       Dus toen hij zichzelf zag ontdekt, realiseerde hij zich dat Hij God is en riep in extase: "Rabbi, u bent de Zoon van God!" En Jezus versterkt de explosie van zijn geloof door te zeggen: "Je zult nog grotere dingen zien. Waarachtig, ik verzeker jullie, jullie zullen de hemel geopend zien, en de engelen van God zien omhooggaan en neerdalen naar de Mensenzoon.”

       We hebben niet, als de eerste discipelen, de mogelijkheid van de 'historische vondst’ van Jezus. We hebben een berg tussen ons en Jezus. Wat nog is moeilijker is, de berg is in ons zelf. Maar met geloof als een mosterdkorrel, passeren we de berg en vinden Jezus.

       Jezus is ook onze tijdgenoot, als de eeuwigheid tegen elk getal van de tijd.

Fragment uit: Vader Arsenie Boca - "Levende woorden", Uitgeverij Charisma, Deva, 2006, pp. 46-54.

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven