13 SEPTEMBER – DE 14DE ZONDAG NA PINKSTEREN.

JEZUS' GESPREK MET NICODEMUS

Johannes 3:13-17

3:13 "En niemand is opgevaren naar de hemel dan Hij Die uit de hemel neergedaald is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is.

3:14 En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden,

3:15 opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

3:16 Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

3:17 Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.”

 

En daar komt, in de nacht, Nicodemus – wiens naam ‘overwinnaar van het volk’ betekent – voor geestelijke verlichting in het geheim naar Jezus. Hij maakte deel uit van het Sanhedrin, dat naar de wetten van Mozes – de Torah – oordelen velde over iedere religieuze kwestie. Hij was een bekwame rabbijn en kende heel goed de problemen van het onderdrukte volk. Hij meed de ogen van de ‘wereld’ en was bang dat hij zijn reputatie zou verliezen of zijn carrière op het spel zou zetten als men zou zien dat hij naar Christus ging.

Het is niet alleen nieuwsgierigheid die hem naar hier brengt, maar ook de onduidelijkheden en het innerlijke verlangen om de Meester beter te leren kennen. Hij erkent dat de Heer niet zoveel wonderen zou hebben verricht als Hij niet van God was gekomen... Hij legde zijn fortuin en zijn leven in de waagschaal, maar hij wilde zijn geweten zuiveren: hij wou zien of hij de juiste meester diende. Hij voelde dat geen enkele Waarheid voor een onbepaalde tijd verborgen kon blijven, en dat die op een goede dag aan het licht zou komen, zelfs als die dag ‘verduisterd’ zou zijn. En hij wist dat als hij deze kans zou missen, het wel eens te laat zou zijn.

Er wordt nu niet meer in parabelen gesproken, maar de dialoog is rechtsreeks en theologisch, en Christus toont hem de voorwaarde om de poort van de Hemel binnen te kunnen gaan. Het risico was enorm, maar hij moest worden overtuigd. ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.’ (Johannes III, 5).

Hij begreep niet er veel van!

Wat voor mysterie is dit? Hoe kan de mens nog geboren worden als al hij oud is?

Hij dacht dat het een gewone discussie zou zijn. Niet zo diep... Dit ging hem te boven. De geestelijke geboorte verleent de mens het perspectief van een andere dimensie die op dat moment moeilijk te bevatten was. In feite bespreekt Christus dit perspectief met Nicodemus: een perspectief dat een conditio sine qua non, die niet alleen een leerstellig begrip is, maar die ook het Heilige Sacrament van de Doop is.

Door de geschiedenis heen steekt God Zijn hand uit naar de mens, maar dringt Hij hem diens vrijheid niet op... Hij vertelt hem gewoon wat hij moet doen en wacht op hem... Dit is de les van de christen die middels de Doop toegang heeft tot het Koninkrijk. En hoe ouder hij wordt, hoe meer alles van hemzelf afhangt...

In het Evangelie van vandaag vertelt de Heer aan Nicodemus dat alleen Hij die opstijgt en neerdaalt vanuit de hemel, de Zoon des mensen is. En groot was de verbazing van de wetenschap toen hij in de Bijbel las dat we hier een Hogepriester hebben die de hemelen doorkruist heeft, of: ‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld’! (Johannes 18:36).

We wachten op Hem... Het is onze Geloofsbelijdenis... wees niet verrast!

‘En Hij zal wederkomen in heerlijkheid om de levenden en de doden te oordelen, en aan Diens Rijk zal geen einde zijn.’ Hij die niet kijkt naar de Gekruisigde aan het Hout, zal niet kunnen ontsnappen. Je moet geloven om verder te kunnen gaan... Wij zijn veel aan God verschuldigd...! En Hij verwacht van ons dat we ons aan de geboden houden.

Zonder godsdienst blijft de mens eenzaam, ook al is hij opgeleid en ontwikkeld. Daarom gaat er van alles verkeerd in een ‘wereld’ die zichzelf toestaat zonder God te leven.

De geboorte van Boven, uit water en uit de Geest, geeft ons een naam en een persoonlijkheid. Wij zijn hemelse schepselen, die opgenomen zijn in het Boek des Levens. Er is Iemand die ons kent, en niet alleen omdat we over een akte van de burgerlijke stand beschikken: we bestaan.

Misschien koos Nicodemus ervoor Christus in dat ‘late uur’ te bezoeken om hem meer tijd te geven, en de Heer deed het omwille van hem en van ons, zodat wij de zin van het bestaan kunnen achterhalen.

Hij had de kans het de Heer te vragen, en we hebben het officiële antwoord van de apostel Johannes: ‘[W]at wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook u gemeenschap met ons hebt.’ (1 Johannes 1:3)

Er waren tijden dat sommigen Jezus misschien 's nachts en in het geheim bezochten, zoals Nicodemus dat deed. Ze hebben beslist hun carrière, hun gezin en hun vrijheid op het spel gezet. Ze hadden niet veel vragen te stellen, maar ze wilden Hem uit de grond van hun hart leren kennen en Hem om vergeving vragen...

Deze avond leerde Nicodemus iets uit deze nachtelijke les. Hij verdedigde Jezus ten overstaan van zijn landgenoten, die Hem beschuldigden zonder Hem het recht te geven Zichzelf te verdedigen, en vroeg hem: ‘Veroordeelt soms onze wet de mens, als zij hem niet eerst hoort en kennis genomen heeft van wat hij doet?’ (Johannes 7:51)

Hoevelen van ons zouden in staat zijn te doen wat Nicodemus in de Heilsgeschiedenis deed? Tot Christus kwamen de tollenaars, de hoeren, de zondaars, de schriftgeleerden, de rechtvaardigen... ‘En Nicodemus (die eerst 's nachts naar Jezus toe gekomen was) kwam ook en bracht een mengsel van mirre en aloë mee, ongeveer honderd pond.’ (Johannes 19:39).

Volgens sommige vrome tradities werd deze ‘voorman’, die 's nachts in het geheim gekomen was, gedoopt en een christen.

 

 

Gastenboek

Laat een bericht achter in ons gastenboek!

gastenboek

Ga naar boven